1.
Eerst dit...
Vaak kijken mensen me wat ongelovig aan wanneer ze horen dat ik in een aantal films heb meegespeeld. Zeker nadat ik dan wat titels van A-films opnoem zoals American Ninja, Platoon of Born on the 4th July, merk ik dat het ongeloof toeneemt. Pas als de foto's en andere bewijsstukken op tafel liggen wordt mijn ver haal voor waar genomen en slaat hun ongeloof om naar lichte verbazing en enige bewondering. En natuurlijk moet ik dan het een en ander vertellen over mijn belevenissen op de set, hoe ik in de filmwereld verzeild raakte en betrokken was bij ruim 20 produkties. Dat beperkt zich dan meestal tot wat anecdotes en ontmoetingen met enkele bekende persoonlijkheden.
Driemaal op de set met Chuck Norris geeft genoeg stof voor een flink verhaal, terwijl wekenlang op de set met Tom Cruise en Willem Dafoe daar alleen maar aan toevoegen. De omstandigheden en gebeurtenissen waaronder één en ander zich afspeelden gaven mij voldoende achtergrond om mijn ervaringen in te kleuren en er een enigszins avontuurlijk verhaal van te maken. Langbewaarde papieren en foto's die ik in geen tijden gezien had, wapperden wat frisse lucht door m'n toch wat vergrijsde herinneringen. Krantenknipsels en oude brieven brachten de boel weer tot leven en gaven me de inspiratie m'n nieuwe tekstverwerker op de proef te stellen en een compilatie van tekst en beeld te maken.
Als titel heb ik gekozen voor 'A Dangereous Life' omdat dat de werktitel was van 'The 4 day Revolution' maar ook omdat het werk op de film-sets zeker niet zonder gevaren was.
maart, 2009
Bert E. Spoor de Rave
1. PECH EN EEN ONGELUK
De locatie weet ik nog precies, het was tussen Antipolo en Tanay een weg ten oosten van Manila, aan de noordkant van het Laguna-meer. In 1984 hadden we daar opnamen voor de film: ” The Firebird Conspiracy”
Het had geregend en niet zo zuinig ook, de moesontijd was weer aangebroken.
''We zijn onderweg van de set terug naar Manila, het is daar een bergachtig gebied met veel haarspeldbochten en als het régent: modder, veel modder. We zitten met een man of tien in een jeepney, we hobbelen en schudden en worden best wel nat omdat de wagen aan de zijkanten open is. We zijn nog niet zo lang onderweg, of de wagen schuift langzaam naar de kant van de weg.''
Door de modder gleed het voertuig uit het spoor en kwam, een beetje schuin, tot stilstand. De chauffeur, een Filipino, zat te draaien te gassen en te schelden, maar kreeg het ding niet meer van zijn plek. Wij uitstappen. De meesten van ons droegen geen schoenen maar teenslippers, maar niet voor lang. Die dingen zogen zich in de modder en bleven vastzitten, dus vrijwel iedereen liep binnen de kortste keren op de blote voeten tegen die jeepney aan te duwen. Joh, we waren toch nog smerig van de set, dus dat beetje modder kon er ook nog wel bij. We kregen hem van zijn plek en sprongen weer aan boord.
Het ging niet echt lang goed. Het zicht was slecht en er was veel verkeer; op de rechte stukken gingen we best wel snel...
''De jeeney's op de Philippijnen zijn een verlengde versie van een jeep, met een opstap achterin en aan beide zijden een bank. Het geheel is open en heeft geen ramen maar alleen wat vertikale spijlen om de 50 cm. Het reservewiel zit links aan de buitenkant net achter de bestuurdersingang.''
Ongeveer waar ik zat. Ik zat relaxed met m'n linkerarm aan de buitenkant over de band, te kletsen met de jongens om me heen toen de klap kwam. Een tegenligger, ook een jeepney, schampte ons, waardoor de reservewielen elkaar raakten en degene waarop mijn arm rustte losraakte en onder me door schoot. Het was me een klap, iedereen lag doorelkaar. Sommigen hadden een flinke opdonder gehad, ik ook. Eerst was m'n arm gevoelloos, maar binnen een minuut leek het alsof m'n onderarm in brand stond. Gelukkig viel de schade mee, niemand had iets gebroken, het wiel werd opgeladen en we gingen weer. Ik heb een aantal dagen niet kunnen stunten. Gelukkig was het voornamelijk loop- en schiet-werk en paste de 'direct' het schema een beetje aan, er zaten er nog meer in de kreukels..
Er gebeurde veel wat er niet bij hoorde. ....
Eerst dit...
Vaak kijken mensen me wat ongelovig aan wanneer ze horen dat ik in een aantal films heb meegespeeld. Zeker nadat ik dan wat titels van A-films opnoem zoals American Ninja, Platoon of Born on the 4th July, merk ik dat het ongeloof toeneemt. Pas als de foto's en andere bewijsstukken op tafel liggen wordt mijn ver haal voor waar genomen en slaat hun ongeloof om naar lichte verbazing en enige bewondering. En natuurlijk moet ik dan het een en ander vertellen over mijn belevenissen op de set, hoe ik in de filmwereld verzeild raakte en betrokken was bij ruim 20 produkties. Dat beperkt zich dan meestal tot wat anecdotes en ontmoetingen met enkele bekende persoonlijkheden.
Driemaal op de set met Chuck Norris geeft genoeg stof voor een flink verhaal, terwijl wekenlang op de set met Tom Cruise en Willem Dafoe daar alleen maar aan toevoegen. De omstandigheden en gebeurtenissen waaronder één en ander zich afspeelden gaven mij voldoende achtergrond om mijn ervaringen in te kleuren en er een enigszins avontuurlijk verhaal van te maken. Langbewaarde papieren en foto's die ik in geen tijden gezien had, wapperden wat frisse lucht door m'n toch wat vergrijsde herinneringen. Krantenknipsels en oude brieven brachten de boel weer tot leven en gaven me de inspiratie m'n nieuwe tekstverwerker op de proef te stellen en een compilatie van tekst en beeld te maken.
Als titel heb ik gekozen voor 'A Dangereous Life' omdat dat de werktitel was van 'The 4 day Revolution' maar ook omdat het werk op de film-sets zeker niet zonder gevaren was.
maart, 2009
Bert E. Spoor de Rave
1. PECH EN EEN ONGELUK
De locatie weet ik nog precies, het was tussen Antipolo en Tanay een weg ten oosten van Manila, aan de noordkant van het Laguna-meer. In 1984 hadden we daar opnamen voor de film: ” The Firebird Conspiracy”
Het had geregend en niet zo zuinig ook, de moesontijd was weer aangebroken.
''We zijn onderweg van de set terug naar Manila, het is daar een bergachtig gebied met veel haarspeldbochten en als het régent: modder, veel modder. We zitten met een man of tien in een jeepney, we hobbelen en schudden en worden best wel nat omdat de wagen aan de zijkanten open is. We zijn nog niet zo lang onderweg, of de wagen schuift langzaam naar de kant van de weg.''
Door de modder gleed het voertuig uit het spoor en kwam, een beetje schuin, tot stilstand. De chauffeur, een Filipino, zat te draaien te gassen en te schelden, maar kreeg het ding niet meer van zijn plek. Wij uitstappen. De meesten van ons droegen geen schoenen maar teenslippers, maar niet voor lang. Die dingen zogen zich in de modder en bleven vastzitten, dus vrijwel iedereen liep binnen de kortste keren op de blote voeten tegen die jeepney aan te duwen. Joh, we waren toch nog smerig van de set, dus dat beetje modder kon er ook nog wel bij. We kregen hem van zijn plek en sprongen weer aan boord.
Het ging niet echt lang goed. Het zicht was slecht en er was veel verkeer; op de rechte stukken gingen we best wel snel...
''De jeeney's op de Philippijnen zijn een verlengde versie van een jeep, met een opstap achterin en aan beide zijden een bank. Het geheel is open en heeft geen ramen maar alleen wat vertikale spijlen om de 50 cm. Het reservewiel zit links aan de buitenkant net achter de bestuurdersingang.''
Ongeveer waar ik zat. Ik zat relaxed met m'n linkerarm aan de buitenkant over de band, te kletsen met de jongens om me heen toen de klap kwam. Een tegenligger, ook een jeepney, schampte ons, waardoor de reservewielen elkaar raakten en degene waarop mijn arm rustte losraakte en onder me door schoot. Het was me een klap, iedereen lag doorelkaar. Sommigen hadden een flinke opdonder gehad, ik ook. Eerst was m'n arm gevoelloos, maar binnen een minuut leek het alsof m'n onderarm in brand stond. Gelukkig viel de schade mee, niemand had iets gebroken, het wiel werd opgeladen en we gingen weer. Ik heb een aantal dagen niet kunnen stunten. Gelukkig was het voornamelijk loop- en schiet-werk en paste de 'direct' het schema een beetje aan, er zaten er nog meer in de kreukels..
Er gebeurde veel wat er niet bij hoorde. ....
DE WISSELS IN 'T VELD .
“Wij ( de G.I. Joe,s ) hadden een contract voor drie weken voor XXX pesos per dag, sommigen kregen meer... ! Het zou uiteindelijk bijna 8 maanden duren voordat de opnames voor deze film erop zaten. Best wat verdiend deze film...”
Er ontspon zich een conflict tussen de director June Gaillardo en één van de leading cast: Bruce Baron. Deze knul ( hij droeg altijd witte handschoenen ) had veel noten op zijn zang en wilde meer in 'de picture'. Commander Beck was zijn rol. Na wat close-ups en algemene scènes, liep de spanning weer op... “O.k.” zei de direct, “nog één shot en we praten het uit.”
Er werd wat gesmoesd en geregeld, explosieven werden iets anders opgesteld en wij werden ook iets anders “geblocked”,( in camerapositie gezet ). Toen was het: “back to nr.1... ready?... Camera's rolling? ... Action !!! “
.
Wij deden ons ding, speurden links en rechts naar de vijand en liepen, voorzichtig, --in de val-- .Geschiet en geknal. Rook. Lawaai...en pijn.
”We schieten terug, rennend. en springend en vallend; veel speelt zich af achter een rookgordijn. Langzaam trekt de rook op en zien we het slachtveld.. 'and cut', zegt de direct. “
Na dat teken liep de set leeg, en ging iedereen voor drinken, want dat wil er best in bij temperaturen van boven de 35 graden. Buiten ons gehoorveld werd een bespreking gehouden, maar via ingewijden werd bij ons al ingefluisterd dat Bruce gewipt was. En já hoor, comm. Beck kreeg te horen dat hij was gesneuveld... het script werd aangepast ( dat zou nog vaker gaan gebeuren.. ) en Steve Rogers 'werd' Beck.
Wie er nú weer mot met wíe kreeg weet ik niet meer, maar June Gaillardo werd óók gewipt. Vittorio Romero deed zijn intrede, een nicht tot in zijn tenen. Hij veranderde het script, verzon ter plekke andere scènes en voegde flink wat bloot toe. Hilarisch was zijn uitleg met gebaar en geluid als hij een machinegeweer nadeed of een ontploffing uitbeeldde . 'Ratatata en Kabwow' en het dansje erbij. Rond die tijd kwam er een nieuwe aanwinst op de set Peter Barker een 'goodlooking' toerist uit Engeland, die de rol van CIA agent opgespeld kreeg. Vittorio blij. Hij verzon een erotische zwemscène voor Pita Wittle, die de journaliste speelde.
“Pita en Peter heb ik naderhand nog teruggezien op de set van een andere film, ze waren een stelletje geworden. Ze zijn later nog op bezoek in Naic geweest, juist toen mijn vader op bezoek was.
De allereerste keer dat ik Nick Nicholson ontmoette, was tijdens de opnames in Fort Santiago, Intramuros Manila.
Als POW was hij aan de muur geketend, met z'n blote kont naar de camera gewend. Toen de scène was geschoten, werd Nick uit zijn benarde positie bevrijd en bleek, toen hij zich omdraaide dat er een zakdoek om zijn geslacht was geknoopt.
Zo leerde ik Nick kennen... Zodra we echter met de opnames buiten Manila,( met name in de jungle) begonnen, leerde ik hem beter kennen. 't Kon niet missen, het aroma van cannabis hing als een aureool om hem heen, terwijl zijn glazige smile de rest vertelde. Zelf al jaren een genieter, had ik snel een bondgenoot aan hem (en ik was de enige niet ).
We hadden beiden ons eigengemaakt weedpijpje; ik één van twee aan elkaar geplakte schelpen, hij één van zilverfolie uit z'n Marlboro-pakje. Ik kan me nog herinneren dat Bugsy Davao, één van AD's, de wanhoop nabij was wanneer hij ons groepje voor de zoveelste keer kwam manen om ergens anders te gaan staan blowen omdat de walm over de set waaide en de crew stoned dreigde te worden. Geen nood aan de man, één van de producenten, Pio Lee deed net zo hard mee. Dat wist ik in eerste instantie niet, hij deed in het begin wat onvriendelijk tegen me, vooral wanneer we ons met ons ploegje afzonderden om THC te nuttigen, dus ik dacht dat hij zich ergerde aan onze activiteiten. Later hoorde ik van Nick dat hij zich gepasseerd voelde omdat ik hem niet uitnodigde. Dat heb ik toen de eerstvolgende keer goedgemaakt. Tijdens één van mijn trips naar Baguio had ik een flinke voorraad wiet ingeslagen en kon dus genoeg meenemen naar de set, en dat al die maanden lang !!! Het heeft me wel een paar ons gekost. Het zal me niet verbazen als er op diverse plekken van onze locaties naderhand planten zijn opgekomen, want er zat flink wat zaad tussen.
Die avond maakte ik kennis met Jesse Ramos, een bijzonder interessante man, thuis in alle mogelijke vechtsporten en in veel daarvan hoog gegradueerd.
Ik had meer ervaren jongens om me heen. Nick Nicholson en Willie Williams waren Vietnam-veteranen en hadden naast het echte werk in Nam ook al diverse films op hun naam staan. De rest van de cast was wat minder ervaren. Er deden geen grote namen mee. Het was een low-budget film en sterren konden niet betaald worden.
Willie Moralez, met “crazy”als voorvoegsel, kwam ( wilde hij ons doen geloven) uit de contreien van Mexico en had nu een chickenfarm ergens op een van de eilanden ten zuiden van Manila.
( Een aantal jaren later werd hij in Ermita op straat doodgeschoten door een passant. De dader is nooit gepakt. )
Peter Barker was er op vakantie en zo waren er nog wat westerse typen die van de straten van Ermita waren geplukt.
Zo gaandeweg de film dunde ons gezelschap uit, de één na de ander werd slachtoffer van de VC.( Viet Cong ). Valkuilen, bamboe spiesen die uit het niets door de lucht suisden, gevaren op ieder hoek achter iedere boom en vanuit het bladerdek.
Video clips click here..
Ik vond mijn 'einde' wel spectaculair: ik was gevangengenomen en werd door een aantal VC's naar mijn beul gesleurd die de loop van een pistool op m'n lippen zette en na enig verbaal geweld de trekker overhaalde. De voorbereidingen hiertoe gaven me een wat onbehagelijk gevoel , 'n soort vlindertjes.
Verdedigen tot het laatste toe..
”Het effect van de executie wordt ook vanuit een andere positie opgenomen, zodat te zien is hoe de kogel uit m'n nek komt. Ik krijg onder m'n nekharen een grote pleister met een explosief en 'n klein zakje met 'bloed'. Een draadje komt bij m'n broekspijp naarbuiten. Het is verbonden met een drukknop die op het juiste moment wordt ingedrukt. Ik vloek en worstel en spuug naar de camera terwijl er woede, haat, en angst voor de dood in mijn ogen zichtbaar moest zijn.”
Nou angst zal vast wel gelukt zijn, want met dat vuurwerk in m'n nek kneep ik 'm toch wel.
Het viel achteraf best mee, het suisde een beetje na in m'n oren..
Dit avontuur smaakte naar meer....
Wordt vervolgd.
THE BEGINNING
-Paul-
Hoe ben je er nu toe gekomen om bij de film te gaan, is een veelgestelde vraag. Puur toeval, ik was op de juiste plek op het juiste moment.
Ik heb op veel terrasjes op de wereld een biertje gedronken, ik zal ze niet allemaal opsommen, maar tijdens mijn trips door Azië was de het pilsje in Ermita, in het centrum van Manila, een belangrijke..
”Ik zit op mijn gemak het gerstenat te verdampen en geniet van de tropische klanken en geuren en kleuren om me heen. Het is heet, dus dat San Miguel-bier wil er best in. Het is nog vroeg in de avond en de echte drukte moet nog beginnen.”
Mabinistreet, vlak bij Luneta-park is hét toeristenhart, de toerist overheerst in het straatbeeld. Er ging iemand naast me zitten en we raakten aan de praat. Hij stelde zich voor als Paul Vance, hij vroeg oa. wat me in Manila bracht en of ik op vakantie was en aan sport deed. Ik vertelde hem dat ik hier al enige tijd verbleef en Laguna woonde (Laguna de Bay ruim 100 km van M.M.) en één keer in de week naar Manila kwam om Judolessen te verzor-gen bij de PAJA, (Philippine Amateur Judo Ass'n) en bij de N.B.I.-police (National Bureau of Investigation). Op de vraag waar ik vandaan kwam antwoordde ik uiteraard: Nederland. Het gesprek had tot dusver in het Engels plaatsgevonden, de voertaal op de Philippines.
Ik keek dus wel enigszins op toen ik ineens Nederlands hoorde, dat was maanden geleden!! Hij bleek uit België te komen. Hij werkte voor een castingburo in Manila en was op zoek naar westerse typen met vechtervaring om in een lokale Philippijnse film wat oorlogsscènes te doen. Mijn stevige armen hadden hem al doen vermoeden dat ik aan sport deed en hem doen besluiten mij aan te spreken.
...of ik interesse had om mee te doen aan een film en wat actiescènes te spelen...!
Hij bleek daar al een aantal jaren te wonen en had aan diverse nationale en internationale producties meegewerkt en net een hoofdrol gespeeld in de film “W” (Double U).
De film was net uit en draaide in één van de theaters in de buurt, we zijn later op de avond zonder problemen naar binnen gelopen, hij wees de caissière op de posters waar zijn tronie meer dan levensgroot opstond en we kregen gratis toegang (hij was daar al vaker geweest die week).
Wanneer je iemand ontmoet die bekend is van een film kijk je daar vaak wat naar op. Dit ging even andersom, ik kende iemand maar wist niets van zijn werk en hij was dus een gewone jongen voor me. Pas daarna zag ik hem op een bioscoopscherm, als een soort maatje van me, en kwam het aanbod wat hij me had gedaan om in een film mee te doen een stuk werkelijker op me over.
Het ging om een aantal dagen schieten, een paar uur buiten Manila en vervoer was geregeld, het was boter bij de vis, dus aan het einde van de dag kassa.
Ik werkte op freelance-basis zonder vast contract dus ik kon doen en laten wat ik wou.
Ik besloot toe te happen naar het avontuur wat me toelachte. Het
klikte vrijwel direct tussen Paul en mij, we hadden veel dezelfde interesses, terwijl het Nederlands ons ook dichter bij elkaar bracht.
Het was echter kort dag. De ander morgen al moesten we vroeg vanuit Manila vertrekken naar een lokatie vlak bij Lucena. Als om
zijn verhaal te bevestigen kwamen er wat gasten onze kant op en begroetten Paul. Ik werd aan hen voorgesteld en hoorde dat zij morgen ook van de partij zouden zijn. De hele groep, een man of vijf, zou bij Paul in zijn hotelkamer overnachten teneinde de andere dag vroeg paraat te zijn. Het aanbod om daar ook de nacht door te brengen sloeg ik niet af...
--JURAMENTADO--
De hotelkamer van Paul was vol, ik kan daar geen ander woord voor vinden. Ik denk dat we met een man of zeven waren en de kamer was niet zo groot. Och, het was maar voor een paar uurtjes, we waren met z'n allen nog tot in de kleine uurtjes doorgegaan en moesten vroeg weer uit de veren dus véél zouden we niet slapen.
En dat klopte, er werd het nodige afgekletst, de meesten waren vreemden voor elkaar dus nieuwtjes genoeg. En uiteraard werd de dag van morgen doorgenomen, Paul had het er druk mee om ons wegwijs te maken in de filmwereld. Zo werden we voorbereid op wat komen ging en kregen we enig idee wat we moesten uitvoeren.
Het ging om een Philippijnse productie die een beruchte opstand verfilmde, een op feiten gebaseerd verhaal van de moslim-jihad tegen de christenen in de periode van de 1st WO op het zuidelijke eiland Mindanao.
“Juramentado” betekent zoveel als: over de rooie gaan, door het dolle zijn, een blinde woede of zoals de Filippino's het zelf noemen: running amok. Maar er zit meer achter het woord, zo wordt er ook een heilige eed mee bedoeld met de intentie: vechten tot de dood, voor het geloof....
De Japanners hebben er een vergelijkbaar woord voor: 'Kamikaze', maar dan dood voor de keizer.
Het motto van de Moro-moslims was dan ook: een juramentado eindigt met de dood. Dat motto hadden ze al bij de Spaanse en later bij de Amerikaanse overheersing. Het heeft ontzettend veel levens gekost. Tot op heden zijn er nog steeds dagelijks ongeregeldheden tussen de katholieke regeringstroepen en de gehele zuidelijke provincie, die totaal islamitisch is.
--
Het was nog ver van zessen toen we al uit de veren moesten en een jeepney naar een verzamelpunt in de buurt namen. Dit soort opstappunten, leerde ik later, waren altijd in de nabijheid van een soort kraampje (sari-sari store) waar je, zeker 's morgens, terecht kon voor een verse bak oploskoffie en warme broodjes of sigaretten per stuk. Die tentjes liepen op zo'n moment als een trein en pakten zo een flink deel van hun dagopbrengst, zeker omdat veel van ons ook behoorlijk wat voor onderweg insloegen, want er stond ons een flinke rit wachten. Lucena, aan de zuidkust van het hoofdeiland Luzon, zeker drie uur rijden van Manila, was ons doel. Een vissersdorpje in de buurt was de eindstop. We stapten wat stram en stoffig uit en verkenden de boel. In eerste instantie vond ik de bevolking zeer kleurrijk en wat druk, zeker toen bijna allen zich om onze jeepney's schaarden om ons in ogenschouw te nemen. Later begreep ik dat zij onderdeel uitmaakten van de cast en in hun gekleurde outfit rondliepen, zich hun rol al inbeeldend.
Zag er gezellig uit, in schrille tegenstelling met wat er op de set neergezet moest worden: elkaar de hersens inslaande fanatiekelingen waar niets vriendelijks vanaf te zien was...
Maar voorlopig was het kennismaken en nieuwe vrienden opdoen, alhoewel veel tijd kregen we niet want de dag was tenslotte al gevorderd en voordat ook onze pas aangekomen groep zich bij de wardrobe had omgekleed, werden we tot spoed gemaand om op de set te verschijnen. Wat onwennig volgde ik de koplopers en zou wel zien waar het uitkwam.
Een AD (assistent-director) gaf ons uitleg over de procedures en wat er van ons werd verwacht. Het was een ruime opvatting met genoeg plaats voor eigen inbreng en improvisatie. Onze eerste confrontatie zou een overmacht van Moro-strijders zijn, waarbij enkelen van ons al het loodje legden, maar omdat het een 'overall-shot' was, van afstand gemaakt, werden zij voor een volgend shot weer tot leven gewekt. Doodgaan in een close-up was ook niet het echte einde, want in een volgend overzicht-shot werd eenieder met andere kleding of pruik weer ingezet. Een verhaallijn heb ik er niet in gezien, maar met oorlogvoeren heb je dat eigenlijk niet nodig,want zo'n heel gegeven als oorlog is tenslotte buiten alle proporties en gebeuren er dingen die voornamelijk gruwelijk zijn en bedoeld om elkaar zo snel mogelijk af te slachten. En dat was precies wat we deden, een bloedbad aanrichten en dan liefst zo mensonterend mogelijk. Maar dat gold natuurlijk voor beide partijen, waarbij ik wil opmerken dat de christenen de indringers waren, de brengers van beschaving....
En dat ging zo'n beetje de rest van de dag door. Groot respect kreeg ik voor de decorbouwers die van piepschuim de mooiste zaken konden maken, niet van echt te onderscheiden, maar ook de make-up artiesten die de meest afzichtelijke wonden moesten 'maken' en daar steeds weer perfect in slaagden. Nadat de dag erop zat werden we verdeeld over een aantal strandhuisjes waarin twee, hooguit drie personen konden slapen. Met een graad of 25 -26 was het lekker koel op het strand, de zon was onder en het was heerlijk pootjebaden in het water dat vrijwel net zo warm was als de lucht.
Na een paar flessen San Miguel was het tijd om onder de klamboe te duiken, een prima uitvinding tegen de muskieten. De volgende dag begon winderig en de lucht zag er dreigend uit. Aan de gezichten van de lokale bevolking kon ik zien dat er zwaar weer op komst was. Nou dat hadden ze goed. De opkomende regen zorgde voor een stagnatie in de opnames, ook wakkerde de wind aan. Het strand werd zienderogen korter en het water stond slechts enkele meters bij onze huisjes vandaan. Een groot deel van de crew en cast bevond zich in een groot twee verdiepingen hoog, stenen gebouw. Ik zat er ook en voelde de onrust om mij heen toenemen. Een andere groep had een onderkomen gezocht in een barrio in de buurt. Ondanks dat ik al een aantal maanden op de Philippijnen verbleef, had ik nog niet veel van de taal opgepikt en miste ik daardoor veel informatie. Ik begreep dat er een typhoon in aantocht was en dat dat een zware storm betekende, maar veel meer dan windkracht 12 in ons kikkerlandje had ik nog niet meegemaakt, dus wat moet je verwachten..Ik zag mensen die een tas of zak bij zich hadden met spulletjes en hun kleding. Ik had niets, alles lag in de hut en de kokosnoten vlogen horizontaal door de lucht, net als de regen, die niet van boven leek te komen. Dus ik had al zoiets van, nou dat ga ik straks wel even ophalen.
Het werd me ook ten zeerste ontraden om naar buiten te gaan.
“Heavy storm”, wilde ik wel kwijt tegen een Filipino die ik al eerder gesproken had, “Not yet”, verklaarde hij en keek me veelzeggend aan. Op een gegeven moment had ik het idee dat er in de rest van de wereld een vacuüm moest zijn, zoveel lucht kwam er naar ons toe. Het solide gebouw kraakte en steunde en gaf me het gevoel alsof het van zijn grondvesten zou loskomen. Zo ging dat de halve nacht door. Muggen waren er gelukkig niet, die hadden een beter heenkomen gezocht. Ik had een tas gevonden om m'n hoofd op te leggen, maar van slapen kwam er niet veel. Soms was het even wat rustiger en dacht ik dat we het ergste achter de rug hadden, maar dan brak het in alle hevigheid weer los.
Tegen de ochtend was het zowaar nagenoeg droog en waaide het aanzienlijk minder, maar nog steeds storm. Toen het licht aanbrak kon ik m'n ogen niet geloven. Het strand was zeker 70 cm hoger, de huisjes enigszins scheef, waren gehavend en tot halverwege de deurposten ingegraven.
Ik kreeg er 'n Pompeii-gevoel bij. Het stenen gebouw stond verder van de vloedlijn gebouwd en daar konden we 'gewoon' naar buiten. Alles was anders, afgeknakte of omgewaaide kokospalmen minder sterke hutjes die volledig verdwenen waren en een niet te beschrijven aangespoelde troep.
Het was nog geen 200 meter naar het huisje waar Paul en ik onze spullen hadden liggen. Ik stond te twijfelen of ik erheen zou lopen om m'n spulletjes te pakken. Maar het zag er link uit. Het ene moment trok het water zich terug, om even later weer tot ver voorbij de huisjes op te komen.
Nog geen tien stappen en ik zat zowat tot m'n knieën in het zuigende zand en zag ik het onmogelijke van mijn plan in. Veel van waarde zat er niet in m'n tas, slechts een broek, shirt, schoenen en wat toiletartikelen. Niets onvervangbaars. Dus ik zat er niet zo mee. Ik kwam wat bekenden tegen die uit hun schuilplaats waren gekropen en hoorde dat het nu laagwater was, en iedereen geëvacueerd moest worden voordat het water opkwam. Niemand had Paul gezien.
Her en der groepeerden zich wat mensen, sommige groepen vertrokken te voet. Ik wilde me bij een groepje voegen toen ik door de beheerder van de wardrobe werd aangesproken en hij duidelijk maakte dat ik m'n kleding moest inleveren. Dat ik dan in m'n onderbroek op pad moest boeide hem niets. Ik stond op het punt de vent te negeren toen één van m'n nieuwe makkers met een korte broek, een shirt en een paar slippers aan kwam dragen.
Niemand wist waar Paul was.
Na een tijd rondvragen en zoeken besloot ik met een groepje waarbij enkele bekenden zaten, het gebied te verlaten. Het water begon al te stijgen. Het pad dat we moesten volgen stond onder water, slechts enkele tientallen centimeters, maar toch verrekte lastig lopen omdat de bodem niet vlak was. Soms iets omhoog, dan weer omlaag met het water tot ver boven de knieën, Ik was blij met de korte broek.
Soms leken we te worden ingehaald door het water, en nam het gevoel van onrust toe. Maar na verloop van tijd viel de bodem soms even droog en konden we iets sneller doorlopen. We hadden enkele kilometers te gaan. Omgewaaide bomen versperden vaak de doorgang en dan moesten we een alternatieve route zoeken, dikwijls weer door ondergelopen land. Geen idee hoelang we er over gedaan hebben, best wel een paar uur. Overal waar we langskwamen waren mensen in de weer om op te ruimen en te repareren. Eindelijk bereikten we een weg waar verkeer was. Bussen en jeepney's reden overbeladen langs, geen kans om aan boord te komen. We hebben een lange tijd langs de kant van de weg gestaan, zonder succes. Iemand van de groep, een Filipino, trok eropuit en kwam een kwartiertje later met vervoer aan. Maar ook met slecht nieuws. We konden Manila niet via de gewone weg bereiken want halverwege was of de weg ondergelopen, of bomen en hoogspanningskabels blokkeerden de doorgang. Er waren ook bruggen onbegaanbaar en secundaire wegen stonden vast met verkeer. Hoe we toen precies gereden zijn weet ik niet, alles zag er verregend en verwoest uit. Ik heb het idee dat we langs de oostzijde van het Laguna-meer zijn teruggereden en zo, door hogergelegen gebieden, Manila via Tanay konden bereiken.
Manila was een chaos op zich. Grote gebieden van de lagerge-legen stad stonden onder water, niet alleen van het wassende zeewater dat vanuit Manila-bay de rivier de Pasig instroomde en begon met het blankzetten van de kades. Vanaf de andere kant kon het regenwater dat via de rivier vanaf Laguna bay werd aangeboden geen kant op. Wat me ook verbaasde was de snelheid en de onverstoorbaarheid waarmee de ravage werd hersteld. Het gewone leven stond weer op de rails... Het was al laat in de middag toen we Manila binnenreden en voordat ik in Ermita stond was het 'n uur of zeven.. Het Mabini-hotel wist me te vertellen dat dhr. Vance zijn sleutel niet had opgehaald....
Ik had geen zin meer in stappen, zeker niet in deze outfit en onder deze weersomstandigheden, daarom zette ik koers naar huis en besloot mezelf een goede nachtrust voor te schrijven.
Hoe ik op deze plek verzeild raakte is een verhaal apart en dat begon in Den Haag.
READ MORE
.
No comments:
Post a Comment
Comments will await moderation.
Note: Only a member of this blog may post a comment.