click trailer
American Ninja
Henry Strzalkowski was daar meestal in de functie van assistent-director. Hij was in feite de tussenpersoon naar de staf en deed dat voortreffelijk vond ik.
Legendarisch is hij geworden met zijn imitatie van Mozes die op de berg de regels van het opperwezen in ontvangst nam. Met een uitgestreken gezicht sprak hij dan: “Let me get this straight God, you want us to cut the end of our dick” ??? Hij werkte vaak voor Ken en Maria Metcalfe en het was daar toen hij me een bit-part aanbood in “American Ninja”, Ik moest een bodyguard neerzetten. Mike Dudikoff zou een door een Oosterling ( John Fujioka ) opgevoede knul spelen die van kleins af aan de vechtkunst ingelepeld had gekregen en daar in de westerse maatschappij veel profijt van zou hebben. Het was even wennen om deze keer eens geen militair uniform te dragen, maar een burger-outfit. De make-up scheelde ook, in plaats van groen, bruin en modder waar ik meestal mee ingesmeerd werd kreeg ik nu een keurig blosje, en gel in m'n haar.
Een prachtige lokatie langs het Taal-meer vormde het décor van de scènes waar ik deel van uitmaakte. Het was een luxueus buiten-verblijf waar al de Ninja getraind werden en waar ik als body-guard een oogje in het zeil hield.
We waren hier best een aantal dagen zoet en ik kreeg gelegenheid genoeg om goed kennis te maken met Fujioka, een bescheiden zachtaardige man, die er niet naar uit zag een grootmeester in een of andere vechtsport te zijn.
Onder de Philippijnse crew had ik inmiddels naam gemaakt als 'helot', het Tagalog woord voor genezer.
Tot mijn patiënten mocht ik zelfs rekenen: Don Stewart, Tony Carrion en Manulet Escudero. Hier leerde ik ook Renato Morado beter kennen, de stunt-coördinator van de Philippijnse ploeg. Een vakman op en top, die zorgvuldig iedere stunt voorbereidde en van wie ik nog veel zou leren.
--GENEESWIJZEN--
Sensei v.d. Bruggen had me de beginselen goed bijgebracht van 'Shiatsu', een Japanse drukpunt-techniek welke gebruikt wordt tegen pijnbestrijding, blessurebehandeling of om een tegenstander uit te schakelen. Ik was sinds begin jaren zeventig al erg bezig met alternatieve geneeswijzen, vooral acupunctuur. Ik had het verband begrepen tussen de atemi-punten waarop een karateka zich con-centreert en de behandelpunten op de meridianen bij acupunctuur.
Het heeft veel te maken met de manier van toucheren, waarbij grofweg gesteld kan worden dat een zachtere benadering helende gevolgen kan hebben, terwijl een (te) harde aanpak iemand zelfs kan uitschakelen of doden. Hoewel er diverse uitzonderingen zijn op deze regel.
Het was in deze periode dat een zoontje van kennissen van me, een nare aandoening kreeg. Het was een sportief joch van een jaar of acht die al wat prijsjes op de judomat had veroverd.
Zienderogen gingen al zijn functies achteruit en kon hij niet meer mee op school. De diagnose was verpletterend, hij had 'pan-encephalitis', wat inhield dat er een niet te genezen virus in zijn hersenen zat. Hij zou nog enkele maanden te leven hebben. Zoiets wil je niet horen als ouder zijnde, en begrijpelijkerwijs zochten ze naar een remedie. Bij Godsdienst en gebedsgenezing werd wel steun maar geen genezing gevonden, occulte 'mediums' die een foto van het ventje hadden gezien, konden niets anders doen dan meewarig het hoofd schudden. Al zoekende was ik een artikel tegengekomen van ene dr. Kenneth Kaunda die plantenextracten en kruiden uit de jungle van Zambia gebruikte en daarvan medicijnen samenstelde.
Encephalitis werd ook opgesomd in het rijtje van aandoeningen dat reeds met succes zou zijn behandeld. Het klonk mij als muziek in de oren. Ik nam contact op met de Nederlandse ambassade in Lusaka die mij dezelfde dag nog een telegram stuurde dat de enige dr. Kaunda die zij konden vinden, de huidige president was.
Diens broer scheen inderdaad iets met kruiden te hebben. Er stond een telefoonnummer bij. Natuurlijk heb ik dat nummer gebeld !! Ik kreeg een assistent of secretaris aan de lijn, aan wie ik mijn verhaal deed. Met een zwaar accent probeerde hij me te vertellen dat ik “gotorom” moest. Ik had geen idee wat ik daar mee aan moest, totdat hij Italy liet vallen en ik begreep dat ik naar Rome moest. Daar scheen die betreffende dokter een lezing te houden en aangezien Rome een heel stuk dichterbij is dan Lusaka, vond hij dat ik de man daar misschien kon ontmoeten. Het bleek inderdaad om de broer van ... te gaan.
Of, zei hij, ik kon wachten tot Holland want over een paar weken kwam er een handelsdelegatie uit Zambia op bezoek.. Dat leek mij een goede gelegenheid.
Toen dan ook de kranten melding maakten dat president Kenneth Kaunda naar Nederland zou komen en in een hotel in Wassenaar zakenrelaties en andere betrekkingen zou aanknopen, besloot ik onbeschaamd om telefonisch contact op te nemen met het betreffende hotel ..
De vlag dekte met: 'en andere' , de lading vond ik. Na twee keer mijn verhaal gedaan te hebben, werd ik doorverbonden met een Zambiaanse medewerker. Nadat ik hem had verteld dat op ik op aanraden van de ambassade in Lusaka ( ik kon hem ook een naam geven ) op deze mogelijkheid was gewezen, rade hij mij aan op een bepaald tijdstip aanwezig te zijn en een begeleidend schrijven voor de secretaresse mee te brengen..
Op de betreffende dag ben ik met de vader van het jongetje, Adrie Vermeer, naar Wassenaar gereden en vielen we niet uit de toon toen we in mijn glanzend zwarte Pontiac Firebird !!aankwamen en tussen ander glimmend zwart mochten parkeren.
In de lobby kon ik mijn briefje kwijt aan de desbetreffende assistente. Even later werd ons verteld dat wij na dhr. Wagner aan de beurt zouden zijn ( deze Wagner hoorde ik later, was de topman van Shell ). Zenuwachtig zat ik m'n speech voor te bereiden toen we geroepen werden. Twee bodyguards bij de deur onderzochten ons op wapenbezit en we mochten naar binnen. Een enorme zwarte gestalte stond tegenover ons en schudde ons de hand. Met een diepe bas, die bij zijn postuur paste, vroeg hij naar ons doel en wat hij voor ons kon betekenen. Wonderwel kreeg ik het aardig geformuleerd en bleek hij het verhaal te begrijpen. Hij was echter niet degene die kruiden samenstelde, maar wist van het verhaal.
Voorzover hij wist was er echter nog geen positief resultaat bekend van het behandelen van totale encephalitis, wel van meningitis.
Hij bleek zeer geïnteresseerd, maar moest het helaas toch bij een succeswens laten. Geïmponeerd en teleurgesteld gingen we terug naar huis. Ik had echter nog een ijzer in het vuur. Na een telefonische zoektocht naar een acupuncturist, die in Hong Kong was begonnen kwam ik uiteindelijk uit bij een adres in Londen. In een hele dure wijk zat daar een Chinese arts die oa. prins Bernhard behandeld zou hebben.
Na een afspraak zijn we er voor een week heengegaan en werd Richard iedere dag behandeld. De therapie leek aan te slaan en de ziekte te vertragen, maar van vooruitgang was niet veel te merken.
Het jongetje heeft veel langer geleefd dan de prognose was, maar is uiteindelijk helaas aan een longontsteking bezweken.
Dit hele gebeuren was voor mij aanleiding om verder te spitten in de niet-reguliere geneeswijzen.
---
Ik kwam in contact met Zeljko Iljadica, een Joegoslavische metaalbewerker die de bijnaam `karate´ had. In Zagreb en omstreken was hij geen onbekende. Hij bleek in het bezit van de 6e dan karate Shotokan stijl. Zijn bewegingen waren kort en strak, geen onnodige poespas vond hij, maar efficiënt te werk gaan was zijn motto. Ik vond het geen mooie stijl, maar ik was onder de indruk van de kracht waarbij hij kon stoten en trappen. Het geheim, vertelde hij, lag hem in de ademhalingstechniek en het centraliseren van de energie. Daarmee kon je stenen kapotslaan.
Met een zelfde innerlijke voorbereiding moest het mogelijk zijn voorwerpen te verplaatsen ( wat mij nooit gelukt is) en zieke lichamen te genezen, wat mij beter afging.
Blessures komen nu eenmaal voor bij sport, helaas maar het is zo. Het kan een verkeerde beweging zijn, of een foute warming-up, een mislukte val of ontoereikende techniek.
Vaak kreeg ik dan pijnlijke schouders, zere ruggen en ander lichamelijk lijden te behandelen, met in negen van de tien gevallen een direct en positief effect.
Pijnen verdwenen na een lichte aanraking. Soms was de nabijheid van m'n hand al voldoende om de klachten te doen verdwijnen. Het magnetiseren, ook wel instralen genoemd, dat ik nu onder de knie kreeg, was een direct gevolg van de Oosterse trainingsleer en de Buddhistische achtergrond.
Ik voelde er geen mystiek bij. Technisch is er zelfs het een en ander te verklaren. Wanneer je ervanuitgaat dat de hersenen een elektrisch signaal doorgeven via de zenuwbanen om bv. een hand te laten bewegen, en dat we van elektriciteit weten dat het een magnetisch veld creëert rondom de geleider, dan is sprake van een natuurwet.
Een transformator werkt bij de gratie van van de inductievelden die de primaire wikkelingen veroorzaken wanneer er een stroom doorheen vloeit. De secundaire spoel hoeft alleen maar in de buurt van het magnetische veld van eerste te worden gehouden om al een spanning op te wekken. Het creëren van een bio-magnetisch veld is één, om een ander dit veld te laten voelen is twee, maar om er vervolgens een genezende kracht van te maken, is een enorme mentale kwestie en heeft te maken met de fijn-afstemming naar de ontvanger en “de wens van de gedachte”. Hier wordt het wetenschappelijk verklaarbare minder makkelijk. Ieder element heeft een eigen frequentie, of een stof nu dood of levend is, het heeft een trillingsgetal. Kristallen, die ook in de radiotechniek gebruikt worden, staan bekend om hun unieke en hoge frequenties. Zo heeft ook elk levend wezen zijn 'privéfrequentie'. Wanneer deze waarden corresponderen met die van een ander, is er een afstemming. Vaak gaat het dan om hogere of om lagere harmonische 'tonen'. Ook een akkoord is mogelijk, zoals een muzikaal samengaan van geluiden laat weten.
Patiënten die onbehandelbaar blijken, noem ik zelf: priemgetallen, alleen maar bereikbaar (deelbaar) door één en zichzelf. bv. 13.
Verdere uitleg hierover wil ik niet geven, omdat er genoeg literatuur bestaat die deze zaken behandelen.
***
Ik was omringd door allerlei grootmeesters in de martial arts, en was eigenlijk enigszins teleurgesteld dat de meesten 'alleen maar konden vechten' en niet de geheimzinnigheid van een echte ninja hadden. Een uitzondering wil ik maken voor Jesse Ramos en Erni Ortega ( de laatste schoot zich een kogel door het hoofd na een slepend geval van kanker), deze mannen hadden precies dat beetje extra's wat hen bijzonder maakten. Hoewel Joonee Gamboa niet direct een Ninja is, wil hem toch noemen, omdat ik hem één van de meest sympathieke mensen vind die ik ooit ontmoet heb.
Veel van de Filippino-crew kende ik al van vorige films en gaandeweg pakte ik aardig wat Tagalog van hen op.
Goed kon ik het vinden met de jongens van de Philippine stunt association S.O.S. Die liepen wel eens een blessure op en dan wisten ze me te vinden. De meeste tijd op de set werd doorgemaakt met wachten dus er was gelegenheid genoeg om behandelingen te doen. Het was ook een lust voor het oog om al die vechtsporters te zien trainen met hun gevarieerde stijlen, het zuiver leren werpen van de shuriken, (de werpster of dart ), boogschieten, touwklimmen en de bijbehorende gezichtsuitdrukkingen. Ik heb er leuke dingen opgestoken. Ik had ook hier graag weer het ninjapak aangetrokken, maar er was slechts plek voor één westers exemplaar en dat was Dudikoff..
Hij heeft hem leuk neergezet vind ik.
---
Ik was nog even op de set van een lokale film met Paul Vance, die inmiddels weer naar Manila was verhuisd. Hij moest een verkoper spelen in een hengelzaak. Het ging om slechts één opname en hij verwachtte snel klaar te zijn, maar ze bleken op iemand te wachten. Toen die persoon na verloop van tijd nog niet was verschenen, viel iemands oog op mij ( ik stond bij de zijlijn alles zo'n beetje in me op te nemen ) en werd gevraagd of ik een klant wilde spelen die de hengelzaak binnenkwam. Als het je zó in de schoot wordt geworpen, moet je geen nee zeggen, dacht ik. Ik scheen er 'gemiddeld' genoeg uitgezien te hebben, want ik hoefde me niet te verkleden. Het ging ineens rap.
Één keer oefenen met de winkel binnenkomen en een kleine dialoog met Paul, daarna rolden de camera's. Ik kreeg m'n gerepareerde hengel terug en hoorde dat het niets kostte. Als een tevreden klant loop ik met een: “That's good service man, thanks” de winkel uit. We waren klaar. Ik heb geen idee onder welke titel deze film later is uitgebracht.
See: The finger !
http://bert-firebert.blogspot.com/2009/06/finger.html
---
No comments:
Post a Comment
Comments will await moderation.
Note: Only a member of this blog may post a comment.