Monday, May 25, 2009

Behind Enemy Lines/Blackfire (NL)






-->
Tussendoor was ik ook nog even heen en weer geweest naar Nederland maar ik vond het er te koud en was zo weer terug. En, ik kreeg de kans David Caradine te ontmoeten. Deze man was een legende geworden toen hij in de jaren 70 de hoofdrol speelde in de tv-serie 'Kung-Fu'. Hoewel hij, had ik gehoord, geen Kung- Fu master bleek te zijn, maar een balletdanser die door zijn lenigheid en evenwichtskunst, maar ook door zijn mysterieuze blik, de voorkeur had gekregen boven Bruce Lee om deze rol te vertolken. Door zich echter te verdiepen in de Oosterse filosofie van de Shaolin-monniken heeft hij zich in korte tijd opgewerkt tot een virtuoos, die later zelfs nog een boek zou schrijven over: 'The Spirit of the Shaolin'. De bijnaam 'grasshopper' die hij als Kwai Chang Caine in 'Kung Fu' kreeg, zal voor de rest van zijn leven aan hem gekoppeld blijven.
Hij zou nu opnames komen maken voor een oorlogsfilm met de titel: 'Behind Enemy Lines' en er waren G.I.'s nodig.
Ik was niet verbaasd dat Henry weer bij de casting aanwezig was en de leiding zou nemen over de lokale manschappen. Inmiddels kind aan huis bij de Metcalfes, twijfelde ik er eigenlijk niet aan of ik zou met een contract naar huis gaan.
Ze hadden behoefte aan een medic aan boord van een heli. Wij moesten af en aan vliegen om gewonden van het slagveld in veiligheid te brengen. Dat is een belevenis aan boord van zo'n copter, de deuren wagenwijd open en een prachtig overzicht op het geheel. Maar het hart klopte me in de keel tijdens de wendingen, wanneer het toestel bijna 90 graden zijwaarts helde en je al je handen en voeten nodig had om er niet uit te kukelen. De adrenaline was na een uur nog voelbaar. Een scène waarbij we met een brancard uit de heli sprongen die net boven de grond zweefde, vond ik enigszins komisch omdat we met de zelfde vaart met een lege brancard weer naar binnen sprongen. We werden zo hevig onder vuur genomen, dat we ons werk niet konden uitvoeren en afdropen. De film is een jaar later onder de namen: 'Attackforce Nam' en 'POW the Escape' uitgebracht maar is nooit een topper geworden.
Tot mijn grote vreugde kreeg ik de kans een poosje met David te babbelen toen hij tijdens de lunch-break uit eigen beweging naar ons groepje kwam en zich voorstelde. Hij straalde de rust van een boeddhist uit en liet ons een prettig mens zien. Ik vond het een eer om een man met zo'n staat van dienst, de hand te mogen schudden.
James Gaines, een American-Filipino, was regelmatig te vinden op de sets van Cirio Santiago. Dat zelfde gold ook voor Bruce Baron en Richard Harrison. En alle drie hadden ze wel eens een eigen inbreng voor wat betreft verhaal of script. Zo kwam James met een eigen script voor “Blackfire” dat een start heeft in Vietnam met veel actie en geweld en daarna in een Rambo-achtige scène overgaat. Ik mocht stunten voor Jim en kwam veel ouwe getrouwen tegen. Cirio werkte weer eens onder een pseudoniem. Hij heeft zoveel B-films geproduceerd dat hij daar waarschijnlijk zijn echte naam niet onder durfde zetten. Ik kan hem geen ongelijk geven. En B- of C-movie, het is toch werkgelegenheid.....

Richard Harrison


Nick en Willie waren sinds de Firebird Conspiracy onafscheidelijk geworden. Ze kwamen beiden uit de US-navy en hadden de zelfde oorlogservaringen in Nam opgedaan en er psychisch flink wat schade opgelopen. Nick kon niet meer wennen in de States en had zich begin jaren 70 voorgoed op de Philippijnen gevestigd.
Willie, geoefend in het 'killen' had bij terugkomst in Amerika dan ook geen enkele moeite om de kerel die zijn vrouw verkrachtte ( of met wie ze vreemdging, dat weet ik niet meer zo precies) een aantal kogels door het lijf te jagen. Hoelang hij heeft vastgezeten heeft hij me nooit verteld, maar ook hij is de westerse 'beschaving' toen ontvlucht en zocht zijn heil in ZO-Azië.
Toen we een keer niet kregen uitbetaald op een set, en verwezen werden naar het kantoor in Manila, kreeg ik het smeuïge verhaal van Willie dat hij samen met Nick ooit geld had geïnd op een kantoor van een andere producer die de jongens nog het een en ander schuldig was. Toen ze op de set van het kastje naar de muur werden gestuurd, besloten ze persoonlijk het hoofdburo te 'bestormen'. Toen hen daar werd verteld dat ze volgende week maar eens terug moesten komen, brak de hel los. Juist toen ze wilden overgaan tot “kicking asses”, besloot de tegenpartij eieren voor hun geld te kiezen. Het scheen om een aanzienlijk bedrag te zijn gegaan, want alle aanwezigen moesten hun knip trekken om botje bij botje te leggen om het bedrag op tafel te krijgen.
Vooral Willie kon een uitdrukking op zijn gezicht zetten waaruit direct op te maken viel dat er met hem niet 'gefuckt' diende te worden. Hij trok zijn lippen dan samen, zei niets en keek dwars door iemand heen, zo het oneindige in. Er straalde dan een onverschilligheid van hem uit die je deed beseffen dat hij geestelijk eigenlijk ergens anders was en tot alles in staat was zonder een plooi te vertrekken. Het killer-instinct was dan in hem wakker gemaakt. Ik heb die blik vaker in zijn ogen gezien, wanneer hij, sporadisch, iets uit Vietnam memoreerde.
Heel typisch voor hem waren zijn x-knieën en enorme brede platvoeten. Hij droeg ook altijd zijn eigen totaal afgesleten kisten omdat schoeisel van de wardrobe hem niet paste.
Maar hij kon gelukkig ook lachen. Ik zat een keer ergens bij een castingburo met m'n ellebogen op m'n knieën naar de grond te staren, toen er wat mensen binnenkwamen. Ik was in gedachten verzonken en keek niet op, totdat er een paar schoenen in mijn blikveld kwamen die me deden wakkerschudden. Zonder op te kijken, ( wat het geheel zijn humor gaf ), wees ik ernaar en riep: ...“I know these feet, I recognize them...!.”
Om vervolgens zijn schaterlach boven me te horen uitbarsten. Ik keek op naar een glunderend gezicht dat lachte van oor tot oor. Dat ene kleine moment zorgde voor een vriendschappelijke band die, zolang ik hem heb gekend, is blijven bestaan.
Het was inderdaad wel eens een probleem om je zuur verdiende centen te innen. Die ervaring had ik al opgedaan by m'n allereerste film Juramentado waar we door de storm de set moesten ontvluchten. Er werd ons toen medegedeeld dat we in Manila betaald zouden worden en kregen een adres mee. Toen wij daar later aanklopten bleek er 'niemand thuis'. Robert Marius en David Light zijn toen met hun hele hebben en houden gaan kamperen op de oprijlaan van de producer en schijnen dat volgehouden te hebben tot ze hun geld hadden. Ik wist op dat moment niets van hun actie, anders had ik zeker 'meegekampeerd'. Ik heb dus m'n alleerste film voor de kat z'n viool gewerkt want ik heb mijn centen nooit gekregen...
De andere Willie, the crazy one, praatte veel meer. Het ene sterke verhaal na het andere kwam over zijn lippen. Soms vertelde hij met zoveel overtuiging een gebeurtenis om er vervolgens aan toe te voegen dat hij zó veel loog dat hij 'staande moest slapen'.
Maar soms was een verhaal zo bizar, dat het wel waar moest zijn, het bestond niet om zoiets te verzinnen. Wat in ieder geval wel waar was, was zijn oorlogsverleden in Korea in de jaren 50.
Hij was daar gevangen genomen door de Noord-Koreanen en beslist niet met fluwelen handschoenen behandeld. Zijn hele lichaam zat onder de littekens en naar ik aanneem zal het ook zijn sporen geestelijk hebben achtergelaten. Je wordt tenslotte niet voor niets crazy genoemd. We hebben altijd gespeculeerd over hoever zijn criminele praktijken reikten en of hij wellicht gezocht werd. Hij heeft daar zelf nooit duidelijkheid over gegeven, en gelijk had hij...
Willie is later in Ermita Manila op straat vermoord door iemand op een brommer of motor, de dader is nooit gepakt.
Ronnie Patterson, ook een van de meer aparte typen, werd absoluut gecast om zijn uiterlijk. Met zijn tronie was hij een graaggeziene “bad guy “, en zo stond hij meestal ook in de aftiteling vermeld met een nummer erachter zoals: verkrachter nummer 2 of hooligan nummer 5. Ik ben nooit echt bevriend met hem geraakt en dat kwam echt omdat hij eruit zag als iemand die je nog geen kwartje voor de parkeermeter zou lenen.
Misschien dat zijn moeder van hem heeft gehouden... Ronnie Patterson
Een totaal andere gast was een Keniaan met de bijnaam 'bad boy', juist omdat hij zo zachtaardig was. Het was een enorme verschijning van goed twee meter, en breed als een gorilla. Het was één bonk vriendelijkheid en hij straalde uit dat hij geen vlieg kwaad zou doen. Als hij bij wijze van spreken op een ei zou gaan zitten, zou ie het niet breken maar uitbroeden. Hij was ongekend populair bij werkelijk iedereen. Maar zijn verschijning imponeerde.
Ik liep een keer over een markt in Manila toen er een grote schaduw over me heen viel en een stevige hand me bij de schouder vatte. M'n hart sloeg verschillende malen over, maar maakte een sprongetje toen ik me had omgedraaid en hem herkende.
“Don't you ever do that again”, vertelde ik hem beschuldigend.
“Bad boy”, vulde hij zelf aan. Ik heb nooit zijn echte naam geweten, maar doet er niet toe. Die bijnaam paste bij hem.
Populariteit was beslist belangrijk in dit vak. Was je géén graag geziene gast, dan kon je het wel schudden en wilde niemand met je samenwerken. Maar een stel vrienden op de goede plaats maakte een wereld van verschil en opende deuren naar werkgelegenheid. Er liep ooit een kerel rond die het had gepresteerd iedereen tegen zich in het harnas te jagen en als meest onsympathieke persoon bekend stond. Ik heb hem zelf nooit ontmoet, maar vraag iedereen die ooit met hem op de set heeft gestaan maar eens naar Mad Mel, en hij zal grijnzend het verhaal vertellen dat het einde van hem inluidde..
Wie het bedacht heeft is me niet bekend, maar Melvin kreeg de hint van iemand dat het nu het juiste tijdstip was om een kilo wiet naar Japan te smokkelen en dat hij er in één klap stinkend rijk mee kon worden. Naïef als hij was informeerde hij bij diverse 'vrienden' van hem of dit nou wel waar was, en of het niet gevaarlijk was.
Of iedereen aan wie hij dit vroeg nu in het complot zat lijkt me onwaarschijnlijk, maar toch schijnt hij van allen het soort antwoord te hebben gekregen dat hem deed vermoeden dat het inderdaad veilig was om te doen. Met zijn koffer vol marihuana heeft hij het tot Tokyo weten te halen, maar ook niet verder.
De hash-honden hadden een goede opleiding gehad en hadden een makkie aan hem, en ondanks zijn verweer dat wiet toch was toegestaan in Japan ( wat beslist niet zo is ), draaide hij voor een aantal jaren de bak in.
Toch blij dat ik het niet te bont heb gemaakt...

.


No comments:

Post a Comment

Comments will await moderation.

Note: Only a member of this blog may post a comment.