We moesten er voor naar Manila, daar ontmoette ik Pio Lee en June Gaillardo die voor hun film aan het casten waren. Na wat inleidend gepraat van Paul werd ik voorgesteld en kreeg na het beantwoorden van een paar vragen gelijk een contract onder m'n neus gestopt. Wat verbouwereerd door deze snelle besluitvaardigheid heb ik het gelijk getekend en kreeg te horen dat we over een aantal dagen paraat moesten staan om naar een lokatie in Laguna af te reizen. Ik keek Paul schuin aan en zei tegen hem: “Dat wist jij stinkerd !” Hij grijnsde wat. Maar het bleek dat we voorlopig ten noorden van het meer zouden blijven, later stonden er ook opnamen geplanned voor Los Baños, dat was meer in de buurt. Ik kreeg nu ook pas te horen dat Paul mede-scriptwriter was en best een vinger in de pap had. Nick, met al zijn oorlogservaring en kennis van wapens en explosieven had onze out-fit zoals uniformen en wapens ergens op de zwarte markt geritseld.
Het spul was nagenoeg nieuw, waarschijnlijk van een vrachtwagen gevallen, wie zal het zeggen. Hij had ook de functie van militair adviseur en moest er voor zorgen dat alles er zo authentiek mogelijk uitzag. Vóór we het ongeluk met de jeepney kregen zijn we op zó veel locaties geweest dat ik die niet allemaal meer zou kunnen noemen. De kerkers van Intramuros met een gemartelde Nick aan de muur, was een plek om voor altijd te onthouden.
Toeristen kwamen er graag een kijkje nemen, zo ook tijdens onze opnames, die niet geheel van de buitenwereld kon worden afgeschermd. Nick hing daar met zijn gefolterd achterste en zal best menig niets vermoedende bezoeker de schrik om het hart hebben doen slaan.
Ten tijde van de tweede wereldoorlog hadden de Jappen deze bouwwerken uit de Spaanse tijd al als favoriet onderkomen en er gingen geruchten dat er wellicht nog her en der kostbaarheden verstopt konden zitten. Er liepen ook opvallend veel 'renovatie-werkers' rond, wat overigens de buurt ten goede kwam.
De kalk- of mergelgroeve bij Antipolo was een special effect op zich. Het landschap was als van een andere planeet. Alle bebouwing en voertuigen zaten onder een grijs laagje, de lucht was verzadigd en wij, met al onze explosies, voegden daar het nodige opwaaiend stof aan toe.
We zijn daar een aantal weken zoetgeweest. Hoe actief de vulkanische bodem daar ter plaatse was, bleek toen we bij een borrelend zwavelmeer kwamen. Dit was absoluut geen plek voor toeristen. Één misstap of een uitglijder kon zomaar fataal aflopen.
Het leek op een enorme natuurlijke pan soep die stond te koken, maar er kwam niet al te veel hitte vanaf. Wel een onwelriekende geur, die deed denken aan vuurwerk en lucifers. Als de duivel nog een plekje zoekt, is het daar goed toeven voor hem. Maar het plekje is eigenlijk te mooi voor George W.
--
Na al dat gedoe en geruzie wat nu achter de rug leek, knapte de sfeer aardig op, alhoewel menigeen zich liep te storen aan een gast van Italiaanse afkomst die een sub-rol voor z'n rekening zou nemen en 'vóórgecast' was omdat pappie iets te maken had gehad met het ontwerp van de luchthaven van Manila. Maurice was zijn naam. Zijn poeh-ha was nog om te doen, hij maakte zich er alleen maar belachelijk mee. Het irritante op den duur was zijn 'gefuck'.
Hij kon geen zin zeggen zonder er drie keer fuck tussen te voegen. Als je dan met iemand staat te praten en je hoort constant “Jezus fucking Christ” voorbijkomen, dan wordt je dat zat.
Hoewel ik de indruk kreeg dat het besmettelijk was, want er werd meer gefucked dan de dagen voorheen. Veel vrienden hield hij er niet aan over, zeker niet van de, grotendeels katholieke bevolking. Toen hij dan ook een keer na een show-off met een M-60 machine gun, waar hij een hele band met “blanks” ( losse flodders) had afgevuurd, een foutje maakte, deed dat velen goed.
Het speelde zich af in een overkapte legertruck vanwaaruit hij de vijand onder vuur zou nemen. Met veel bravoure kweet hij zich van zijn functie en wilde na afloop van het shot zijn speelgoed aan iemand buiten de truck aangeven om er dan uit te kunnen springen. Om het ding in balans te kunnen houden pakte hij het met een hand bij de loop vast. Volgens de jongens die er pal bovenop stonden siste het en heeft die jongen sindsdien geen vingerafdrukken meer op die hand. Als door een adder gebeten liet hij het uit z'n klauwen vallen en kreeg acuut op zijn donder van 'armoury', de jongens die de wapens beheerden. Ik geloof niet dat er iemand rondliep die met hem te doen had, ook al omdat hij als eerste tijdens het uitdelen van het wapentuig, zich de M-60 had toegeëigend en er stoer mee had rondgelopen, zich een Rambo-imago opspeldend.
Geen middel had hem rustiger kunnen krijgen, hij was al zijn bravoure kwijt en liep zielig naar medelijden te zoeken. Hij vond het niet. Zijn taalgebruik was aanzienlijk verbeterd, hoewel hij er nog wel eens een liet glippen.
Er zaten stukken huid aan de loop vastgesmolten en er hing een aangebrand luchtje rond het wapen bleek later. “It smelled like fucking Nam...” ( uncredited ).
De wapens die we gebruikten waren echt. Zowel de M-16's als de AK-47'rs konden live ammunitie afvuren, maar waren aange-past om 'blanks' (losse flodders) te kunnen gebruiken. Er zat een prop in de loop waardoor de effecten realistisch waren wanneer er geschoten werd. Op korte afstand was het vuur dat er uitkwam beslist gevaarlijk. Iedereen werd dan ook gewaarschuwd om voorzichtig met dit oorlogstuig om te gaan. Allereerst werden we geïnstrueerd hoe we de wapens moesten monteren en demonteren en konden we een aantal oefen 'rounds' afschieten. Zolang we op de set zaten, waren we zelf verantwoordelijk voor het apparaat en mochten we het absoluut niet in de steek laten en was het taboe om er mee op iemand te richten of er geintjes mee uit te halen.
We kregen het waar gebeurde verhaal mee van een incident dat zich ooit op een filmset had voorgedaan. Een aantal van de jongens die met hun wapen in de omgeving van de set kuierde, haalde de stommiteit uit om met de M-16 aan de schouder, het vuur te openen op een militaire jeep die door vallei over de haar-speldbochten meanderde. Ze dachten zo indruk te maken op de inzittenden en ze bang te maken. De soldaten die op kleine afstand boven zich, het vuur uit de lopen zagen spuwen, schoten terug...
Met scherp. En daarbij zijn doden gevallen. Zo'n anekdote stemde tot nadenken en maakte toch wel duidelijk dat we met een film en niet met een spelletje bezig waren.
Ik kreeg de kans de hand te leggen op een script dat Paul had laten slingeren en waar veel in was geschrapt en veranderd. Ik vond het een flutverhaal wat niet of nauwelijks boeide. Het was een spionageverhaal dat draaide om een geheime chip. Daar stonden gegevens op die de geheime dienst van de USA in grote verlegenheid konden brengen. Met een vrouwelijke journalist en een CIA-agent in burger op sleeptouw voltrokken zich allerlei gruwelijkheden. Die chip leek mij een beetje bijzaak. Een reden om de achtervolging te verklaren leek me niet reëel, de VC zaten iedereen achterna, met of zonder chip. In ieder geval verklaarde het de aanwezigheid van een hond die de avonturen met ons meebeleefde. De microchip was onderhuids bij het dier inge-bracht, een plek dachten ze, waar niet snel iemand zou zoeken.
Het beestje deed het wonderwel goed en luisterde meestal naar zijn baasje, die ook altijd op de set aanwezig was. En zo gingen we, week na week van de ene lokatie naar de andere. Vijf dagen (soms langer) op de set en het weekend naar huis. Het meest hadden we het naar ons zin wanneer we onderdak op de lokatie hadden. Vrijwel alle ressorts waren ingesteld op het internationale toeristenbezoek en luxe van uitvoering. Eén keer was er toch iets misgegaan, we kwamen 's avonds terug van de set en vonden onze bugalows gesloten en onze spullen opgestapeld in de lounge. Cinex had zijn rekeningen niet betaald en het personeel had daarop opdracht gekregen om al onze spullen te verzamelen en in de hotellounge neer te leggen. Ik was daar niet zo blij mee, want ik had ergens in het huisje een zak wiet verstopt en verwachtte dit niet op deze stapel terug te vinden. Ik kon een sleutel regelen en vond gelukkig mijn kostbaarheden dáár waar ik ze verstopt had. Duidelijk een goede plek want men had er overheen gekeken.
De tijden dat we in en rond Manila bezig waren vond ik minder, omdat we dan zelf voor huisvesting moesten zoeken, het liefst in de buurt, want om half zes vertrekken was meer regelmaat dan uitzondering. Zo gebeurde het regelmatig, dat we de nacht op een bank doorbrachten in het huis van Bugsy Davao. Hij woonde in de wijk Santa Anna. Zijn adres zal ik ook nooit vergeten, hoe kan het ook anders als de straatnaam 'Hollywood' is, terwijl zijn huisnummer en telefoon-nummer dubbel, of gespiegeld waren samengesteld.
Er hing een fijne sfeer op de set, het zou me niet verbazen als dat de directe relaxte gevolgen waren van de cannabis. Ook 's avonds, als we in ons hoofdkwartier in Tanay bleven om te overnachten, konden we goed met elkaar opschieten. We speelden toen bijna ieder avond Monopoly, waarbij Nick zich een goed zakenman toonde. Maar de zaken op de set liepen weer eens naar een hoogtepunt, Ronnie Patterson en crazy Willie waren zo ongeveer de eersten die voor de bijl gingen. Zo vielen ten prooi aan de ons achterna zittende VC. Dit was in het geheel niet naar de zin van Willie, die geldzorgen had en op een aantal weken inkomsten had gerekend. Hoewel hem zijn ontslag was aangezegd, besloot hij om toch op lokatie te blijven en bij één van ons op te kamer te bivakkeren en uiteraard de maaltijden te blijven nuttigen. Dat ging niet lang goed. Hij werd gemaand te vertrekken en kreeg geen hap eten meer. Ik ben toen nog naar de catering gelopen, heb Bugsy boos aangekeken en hem verteld dat hij zo niet met zijn personeel om diende te gaan en de man niet zonder eten van de set kon laten lopen. Ik heb daarop een bord gepakt, het volgegooid met eten en het bij Willie gebracht. In plaats van gretig op het voer aan te vallen, verweet hij mij dat ik me met de zaak bemoeide en dat het iets was tussen hem en de productie. Ik was wat verbouwereerd en had spijt van m'n actie. Willie had door zijn halsstarigheid veel crediet verspeeld. Bugsy Davao was het spuugzat en kwam even later laaiend van woede met een paar gewapende Filipino's aanzetten. Wat er toen volgde, tarte ieders voorstellingsvermogen.
Iedereen kende Bugsy als een enorme rustige zachtaardige man, die zwaar in het geloof zat, hij was wedergeboren of zo iets en deed aan duiveluitdrijving en genezingen. Maar daar was op dat moment helemaal niets van merkbaar. Ik kan het me nog bijna letterlijk herinneren, vooral omdat iedereen het er naderhand volop over had. Hij zei: “Neem die vent mee in de auto, schiet hem dood en dump hem onderweg”. In no time, zonder afscheid te nemen was Willie vertrokken en moest ik denken aan zijn gevleugelde woorden: “I might be crazy, but I aint stupid” maar dat maakte hij deze keer niet waar. Bugsy was zwaar bij mij in aanzien gestegen.
Later flikte Willie het om op set van één van Cirio's films een ideetje van me te pikken. We speelden een stel straatrovers en verdeelden de poet. Het ging maar om een kleine handeling tijdens de repetities. We werden betrapt en er werd geschoten. Ik gris dan een deel van het geld van tafel en peer hem. Toen de camera's draaiden en we voor echt gingen, was Willie me precies voor en deed mijn act. Ik was woest maar moest ter plekke natuurlijk improviseren en iets anders uithalen. Ik had vanaf dat moment een gruwelijke hekel aan hem en ik heb hem ook nooit meer vriendelijk aangekeken. En aangezien iemand het de moeite waard vond om hem om te leggen, is dat bewijs genoeg dat ik niet de enige was, alhoewel ik hem zeker de dood niet heb toegewenst.
Maar goed, Willie was dus verdwenen van de set en wij hadden allemaal een prachtige herinnering om later in onze memoires te verwerken. Ik heb trouwens ook nooit lelijk gedaan tegen Bugsy....
Ik had me nog niet echt met behandelingen beziggehouden, eigenlijk omdat niemand iets mankeerde denk ik en omdat velen gewoon nog niet wisten dat ik me in die branche bewoog. Nick Nicholson had ik al een aantal keren onder het mes gehad toen hij rondliep met een aantal gebroken ribben en later bij een ander ongeval met zijn hand. Ik was een keer met iemand bezig die zijn knie had bezeerd en zat in te stralen en drukpunten te stimuleren toen er een Filipino van een jaar of zestien de boel met belangstelling stond gade te slaan.
Hij was gehandicapt door polio en had daardoor een korter en dunner rechterbeen. Hij wilde weten of ik daar wat mee kon. Om eerlijk te zijn wist ik het niet, maar stond ik open voor de uitdaging. Ik ben een paar keer met hem bezig geweest en heb hem wat oefeningen opgegeven om dagelijks te doen. Voor mij zat het er echter bijna op en moest ik terug naar Naic waar ik sinds kort woonde. Op de avond van m'n vertrek kwam hij naar me toe en vroeg of met me mee mocht. Hij zou hard werken en weinig eten zei hij, als ik hem maar behandelde. Ja, wat moet je daar nou mee ? Ik wilde hem niet teleurstellen en stemde er mee in om het te proberen. Hij is inderdaad 's avond meegegaan, maar heeft het nog geen week uitgehouden en is door heimwee geplaagd, zonder zichtbare verbeteringen aan zijn been, teruggegaan naar Tanay.
Na mijn executie op de set en de terugkeer in de 'gewone' wereld was het na een goed half jaar wel weer even wennen aan de normale gang van zaken.
Niet voor lang.
In de loop van de maanden had ik diverse contacten gelegd in de filmwereld en liep geregeld de castingburo's af of er iets te doen was. Bij Ken en Maria Metcalfe was het diverse keren raak. Ik denk dat ik zeker tien films aan hen te danken heb. Zo ook 'Missing in action'. Vaak had ik alleen telefonisch contact en hoefde ik niet helemaal naar Manila af te reizen. Ik was inmiddels verhuisd naar een strandhuisje in de buurt van Naic, Cavite ( 50 km ten zuiden van Manila ). Het was eigendom van Emil Ong en hij gebruikte het niet veel. Ik kon er gratis in wonen als ik het onderhoud voor m'n rekening nam. Als Nederlander trok de kust me meer dan de bergen, terwijl trouwens hier op de achtergrond het gebergte van Ternate me in de 'mood' kon houden. Het was er zeker een stuk koeler dan in Manila, met 's avonds een heerlijk zeewindje en op het strand geen muggen......
Manila-bay sunset.
"MISSING IN ACTION"
Er zou een casting zijn van een Amerikaanse producent in Manila, de werktitel van de film was: “A matter of Honour”. Meer was me niet verteld. Het was druk bij Filmore Avenue toen ik er aankwam, blanken, zwarten en Filippino's, iedereen wilde een job. Het hart zonk me in de schoenen. Zorg maar eens dat je daar tussen komt. Ik achtte de kans dat ik werd geselecteerd uiterst klein en verwachtte dus niet al te veel. In het geroezemoes had ik al opgevangen dat het een film met Chuck Norris zou worden, een Vietnam-oorlogsfilm. Dat zou verrekte leuk zijn als ik op de set een glimp van hem op kon vangen dacht ik.
Ik stond dan ook een beetje belazerd te kijken toen hij in hoogst eigen persoon naar binnen stapte met een stapeltje papieren in de hand. Dat bleken onze aanmeldingsformulieren te zijn. Vrij snel had hij al een aantal keuzes gemaakt en jongens aangewezen die door de selectie waren. Met sommigen had hij even een praatje.
Zo kwam hij steeds dichter bij mij in de buurt. Ik kreeg een hand van hem en een brede glimlach. Hij bekeek m'n papieren en las m'n CV. Hij knikte goedkeurend en zei dat ze iemand nodig hadden die neergeschoten zou worden om vervolgens door hem op de schouders genomen te worden. “You are about my hight and not too heavy”, vond hij.
Ik moest naar voren stappen en hij nam me vervolgens in de brandweergreep. Zo liep hij een paar passen heen en weer met mij op zijn rug en knikte naar zijn assistent die de gegevens noteerde.
Ik zat erbij.... Dit was heel wat meer dan de glimp die ik gehoopt had van hem op te vangen. Ik kon een gevoel van trots niet onderdrukken dat ik zo'n beroemdheid de hand had geschut. Zesvoudig wereldkampioen karate en vermaard om zijn vechtscènes met Bruce Lee. Mijn dag kon niet meer stuk. Over een aantal dagen zouden de opnames beginnen bij, ik geloofde mijn oren niet, in Laguna.... Daar was ik net een paar maanden weg. Daar het voor mij korter reizen was om direct van Cavite naar Laguna te gaan dan eerst helemaal naar Manila, sprak ik af dat ik op eigen gelegenheid naar de set zou komen.
Door allerlei oorzaken echter had ik vertraging en kwam te laat aan op de set, nog wel op tijd om te zien dat 'mijn' shot net werd verfilmd. Een POW ( prisoner of war ) werd door Erni Ortega neergeschoten en belandde in het water. Na diverse takes, de man viel niet mooi dood, was het dan eindelijk naar de zin van de direct. Ik kreeg een rot bui, de kans van m'n leven verziekt, het hart zonk me in de schoenen. Maar ik kreeg niet op m'n donder, ze bleken juist blij te zijn dat ik was komen opdagen. Direct werd ik naar de wardrobe verwezen en kreeg ik 'n uniform aangemeten.
Er zat tempo in, zo totaal anders dan de lokale producties die ik tot nu toe had meegemaakt. Er werd me een brancard in de handen geduwd en ik moest gaan lopen op het sein 'action'. Dat had ik vaker gehoord...
” De film begint met een explosie die een boom velt. Chuck komt in beeld en wenkt naar ons ploegje. Ik flits door het beeld en het is voorbij eer je er erg in hebt. Maar het is nog niet afgelopen. Terwijl we onder vuur worden genomen en 'Braddock' mij een signaal geeft, loop ik in zijn spoor met m'n M-16 in de aanslag. Aan alle kanten gaat er iets de lucht in. De heli's vliegen af en aan en proberen ons uit onze benarde positie te bevrijden.
Rennend proberen we bij de toestellen te komen. Velen van ons worden neergemaaid.”
Er werden ook opnames in en rondom het Luneta-hotel in Ermita gemaakt, de E van de lichtreclame werd afgeplakt wat resulteerde in een Vietnamees klinkende naam: 'Lun ta'. De werktitel veranderde in “Missing in Action”
( Het verhaal dat de ronde deed over Vic Morrow, die tijdens de opnames van 'Twilight Zone' twee jaar terug, werd onthoofd door een verkeerd gemanoeuvreerde helicopter en waarbij ook twee kleine kinderen werden gedood, maakte het gevoel voor gevaar heel reëel.)
Mijn laatste scène speelde zich af, nadat ik door Chuck gewenkt werd dat de weg veilig was en ik verder liep met als doel de helikopter te bereiken die verderop geland was om ons te evacueren. Tijdens de 'rehearsals' gingen er natuurlijk geen explosieven af, dus Chuck en ik konden zo ons 'parcours' verkennen terwijl de camera's en belichting werden ingesteld. Anders was het, wanneer na action aan alle kanten iets gebeurde en je voor het echie ging. Mijn gezicht beschermend liep ik de stofwolken in en was even gedesoriënteerd, zonder bril zag ik niet zo best en door alle herrie om me heen kon ik ook niet op het gehoor de landende helikopter lokaliseren. Met de dode Vic Morrow in het achterhoofd wilde ik niet echt als een blinde in de klauwen van de rotor lopen.
Toen door de turbulentie van de wieken de rook verwaaide, en ik meer zicht kreeg, zag ik de laatste manschappen naar binnen klauteren.
Rennend en struikelend probeerde ik het toestel op tijd te bereiken, maar net op het laatste moment zag ik de ski's loskomen en had ik er eventueel nog aan kunnen gaan hangen. Onder echt vuur zou ik niet getwijfeld hebben en de sprong gewaagd hebben. Ik besloot te doen alsof ik getroffen werd en kletterde naar de grond terwijl de heli laag over de kokospalmen scheerde. Als ik er onder had gehangen had ik waarschijnlijk de toppen geraakt... Mijn beslissing werd achteraf de juiste gevonden, maar als ik het had gedaan vond men, dan was het een hoogtepunt geweest. Toch ergens jammer dat ik het lef niet had...
Eerder op de dag was er ophef ontstaan toen de mariniers een snelstromend riviertje moesten doorwaden. De oversteek was niet al te moeilijk, maar zo nu en dan kon je wegglijden van een gladde steen en even onder gaan. Sommige heren wilden daar een slaatje uit slaan en eisten gevarengeld! Er was zelfs sprake van een dreigende staking. Nadat de boel even was stilgelegd, en er gebabbeld werd, gingen de opnames gewoon door, zonder dat de eisen waren ingewilligd. Ik vond het allemaal gedoe om niks en had er niet aan meegedaan.
Een tierende Henry verkondigde dat zulke gasten niet meer voor hem hoefden te werken. “Je zult zien, straks staan ze allemaal in de rij als we een helicopterbemanning moeten samenstellen. En dan hoor je ze niet over gevarengeld, want ze willen maar al te graag vliegen!” zei hij tegen me. Om te vervolgen met: “Burt get ready, you are with the heli's”.
Ik kon het niet laten te gniffelen.
-- --
Na deze opening schrikt Braddock wakker in zijn hotelkamer en blijken wij eigenlijk een nachtmerrie...
's Avonds zat het erop en keerde ik tevreden met onvergetelijke ervaringen op zak huiswaarts.
Ik vond dat ik 1984 met drie films op mijn naam als geslaagd mocht afsluiten. Er zouden er nog achttien volgen...
Lees meer..
.