De burcht te Heenvliet
Hoe komt kasteel/Burcht Ravesteyn aan zijn naam..? Dat is nou een vraag die lang onbeantwoord is gebleven, de ruïne te Heenvliet had die naam en dat is altijd al zo geweest lijkt het. Het is geen familienaam maar een samenstelling van Rave en Steyn, waarin 'steyn' staat voor stein of steen, in de betekenis van 'gemaakt van steen', een burcht of kasteel.
Andere gebouwen in de regio hadden namen als 'Bleydesteyn, Blicksteyn, Leeuwesteyn en Wielesteyn. Of de vroegere Heeren van Voorne (Oostvoorne) in deze periode iets te maken hadden met de bouw van déze burcht staat nergens vermeld, hun naam wordt nergens in verband gebracht en zou ook geen verklaring geven voor de naam van de Raaf die werd verbonden aan dit gebouw.
..."Heemvliet is een huijs ende Hooge heerljkheijdt twelk den naam gegeven heeft aan een branche van Voirne. 't Is een goed Hollands erfieen, bekend in de reeckenkaamer van Hollandt, als Heemvliet, Bornisse ende Swarte Wael. Dit huijs en heerlijkheid is uijt het geslagte van Heemvliet overgegaan in het geslagt van Cruijningen, omtrent den jare 1420, door huijwelijk van Jonkvrouw Elisabeth van Heemvliet, na haar broeders dood vrouwe van Heemvliet, met heer Adriaan van Cruijningen, ridder.”...
De ruïne in Heenvliet vertelt een geschiedenis die in steen is vastgelegd, maar niet alles. Er zijn verschillende 'lagen' te vinden die een bouwperiode laten zien. Een 'oorspronkelijke' basis waarop door de eeuwen heen een verwoesting werd hersteld of een nieuw gebouw werd neergezet. Niet alleen de natuur met haar vele verwoestende stormvloeden maar ook oorlogen, plunderingen en brandstichting hebben geen sporen nagelaten maar ze juist uitgewist... en dan is het lastig reconstrueren. Anderen vóór mij die zich ook hebben verdiept in de geschiedenis van de 'steyn' bezigen termen als: 'niet onmogelijk', 'waarschijnlijk', 'onbekend', 'er zijn geen gegevens'.... En ik kan er alleen maar een aantal mogelijkheden aan toevoegen, zonder enige
Indien Ravestein, zoals het nu gespeld wordt, vanaf
de eerste steenlegging zo genoemd werd dán dateert de naam van het
begin van de 13e eeuw. Dan hebben we het over een bouwperiode tussen 1220 - 1260, en dat valt precies in de periode (1220 - 1314) dat de abdij Ter Doest de scepter zwaaide over een groot deel van het gebied. Pas vanaf 1314 werd de Oosthoek weer eigendom van de 'Heeren van Voorne', en in de tussentijd was er 95 jaren lang flink wat werk verstouwd en gebouwd (en daarna ook weer verloren gegaan).
De datering komt nauw overeen met de
restanten van een 13e eeuwse 'woontoren' met een kerkhof die bij archeologische graaf-werkzaamheden in de Ravense Hoek werden blootgelegd (Nieuwenhoorn), daar werd gesproken van een dependance van het Vlaamse Cisterciënzer-klooster Ter Doest, wat geen link legt naar de naam Raaf of Corvus, niet in naam of afbeelding. Dat er vóór de bedijking en bouw van de Cisterciënzers al een abdij heeft gestaan lijkt onwaarschijnlijk op een eiland dat regelmatig werd weggevaagd en door kleilagen bedekt, (maar een vroeg klooster van de Corvey Abdij vóór de 12e eeuw of een latere aan het begin van de 14e eeuw is echter niet uit te sluiten met de Ravense Heuvel als 'Motte' voor een burcht of klooster (dit is niet dezelfde lokatie van de eerder genoemde opgegraven 'woontoren' !!), de datering komt ook overeen met 'eerdere grondleggingen' van burcht Ravestein. Als hoogste punt op het toenmalige eiland zal het ooit begonnen zijn met een lichtbaken voor de scheepvaart. Waarschijnlijk is het dat de Raven vanaf eind 12e- begin 13e eeuw hier hun naam aan hebben verbonden.
Een Motteburcht, soms werd de Motte ook als uitkijkpost of lichtbaken gebruikt.
Het is vnl te wijten aan de enorme natuurrampen zoals de Grote vloed van 1214 en kort daarop die van 1219 die zoveel schade hebben aangericht dat er letterlijk geen steen meer op de andere bleef. En alles wat opnieuw was opgebouwd en ingedijkt op de restanten van eerdere aanbouw kreeg het nog eens zwaar te verduren tijdens De Valentijnsvloed in 1375 die de nieuwe bedijkingen van de laatste 10 jaren op de proef stelde.. en de reeks van St.Elisabethsvloeden van 1404,1421 en 1424 en nog velen daarna.
Heenvliet kan gerekend
worden tot een van de oudste gebieden op Voorne, het was ook vrij hoog gelegen, oorspronkelijk ongeveer 1 meter boven zeeniveau. Volgens metingen bij Voorne is vastgesteld dat het zeeniveau gemiddeld zo'n 25 cm per eeuw steeg (plus dat het land inzakte door verticale druk van bedijking, bebouwing en inklinking). Het oude
land van Heenvliet en Abbenbroek ligt nu meer dan 2 m beneden A.P. ..!!!
De
voortgaande maaivelddaling begon tegen het einde van de 15de eeuw de
veenpolders serieus parten te spelen. In de veenrijke Polder Heenvliet
was reeds omstreeks 1450 de daling/inklinking al zodanig dat men het water ook bij de
laagste ebstand nauwelijks nog kon lozen op de Bernisse. Ook intensieve bemaling in een polder kan tot een bodemdaling leiden.
In 1214 werd het eiland Voorne in tweeën gesplitst door de stroom 'de
Suthmare', de latere Goote naar Den Briel. Daardoor ontstonden de twee eilanden Oosthoek en
Middellant.
Middellant wordt genoemd in een document van 29 Juni 1220, toen Diederik van Voorne het schonk aan de Abdij ter Doest te Vlaanderen omdat zij zeer behulpzaam waren bij de drooglegging, herstel en nieuwe bedijking na de laatste zware stormvloed van dat seizoen (het land had 6 jaren onder water gestaan, vnl door achterstallig dijkonderhoud).
Een andere oorkonde meldt dat Willem van Holland ook al 'landen tusschen de Zee en de Maas en andere rivieren' aan de abdij had geschonken nr. 631, zie verderop.!! En daar wordt weer gewag gemaakt van graaf Willem I die daar in de periode van 1216 tot 1222 verantwoordelijk voor zou zijn geweest..
Een maand eerder, op 27 mei 1220, had Diederik Rave, jurist, wethouder, regent en senator in Münster, een document mede-ondertekend met een soortgelijke strekking, waarbij sprake is van een schenking/afstaan van bezittingen van het Aegidusklooster in Münster aan derden...
"De eerste, schriftelijke, vermelding van de familienaam 'Corvus' die ik in Münster ben tegengekomen komt van 27 mei 1220, aan het einde van een document waarbij het Aegidiusklooster in Münster aan Henricus Monetarius, een burger uit Soest (D), bezittingen in Berksen (zo'n 50 km ten ZO van Münster), levenslang aan hem afstaat.
Dit werd bevestigd door een groot aantal getuigen en de voornaamsten van hen, 2 geestelijken en 13 leken, werden met name genoemd. Dat zijn Amilius rechter van het klooster, Henricus uit Lon, Johannes Alfardine, Henricus Stepecule, Ludolfus uit Borken, Rotbertuszn. van Marsilius, Tidericus Corvus uit Münster,
Lantwordus, Wichardus, Leveko uit de Rinstraat, Gerhardus zoon van Volcwinus, Henricusjr. uit Lon, Wolfhardus uit de Rinstraat. "
Tidericus Corvus = Dieterich Rabe = Diederik Rave.
Het is verleidelijk om aan te nemen dat Diederik Rave en Diederik van Voorne één en de zelfde persoon zijn, een jurist die ambtshalve was afgereisd van Münster naar Holland ivm de ondertekening van de overdracht van het gebied Middelland aan de Abdij... Datering, naam, functie en onderwerp passen in het kader dat aan beide personen voldoet. Ze zouden ook 'beiden' in 1228 zijn overleden..???
Het zou wel in één klap de vraag naar de oorsprong van de naam Rave beantwoorden. Maar de archieven die ik erop na heb geslagen geven Diederik van Voorne een andere familielijn, hoewel de vraagtekens die worden opgeroepen bij enkele constateringen/stellingen en aannamen over die tijdsspanne en stambomen, deze mogelijkheid niet uitsluiten.
Oosthoec komt voor in een oorkonde van November 1229, waarbij wederom een Dirk van Voorne
het eiland schenkt aan deze zelfde abdij.... Wanneer de archeologen een vroegste datering
van 1220/30 vinden als basis voor zowel de burcht Ravestein als voor de
overblijfselen nabij de Ravense Heuvel dan lijken niet alleen de kloosterlingen uit Vlaanderen verbonden met de verdere ontwikkeling van de gebieden.. Waarschijnlijk is het dat de Hanzelieden, onderwie in dit geval de Raven, zich in het project gemengd hebben en is daarmee ook de link naar de abdij van Corvey(Raaf) en het bisdom Münster een duidelijke..
Nederland
zag er ooit anders uit dan we het nu gewend zijn, het gehele kustgebied was
toen nog water met 'wandelende' zandplaten en kreek-ruggen die dan weer aangroeiden en
dan weer wegspoelden en na iedere zware vloed weer een ander aanzicht
boden met nieuwgevormde geulen en stromingen...
Hier de delta van Schelde, Maas en Rijn vóór het jaar 1000, waar Antwerpen en Brugge belangrijke bestemmingen waren..
De scheepvaartroute binnendoor, 'onder de Wadden door' via het Grote Al Meer of Zuiderzee
De Hanseroutes naar Hamburg en Lübeck staan hier aangegeven
De Zuid-Hollandse eilanden bestaan amper...maar de Hanse heeft er al een route tussendoor..!!!! De rode lijn is een duidelijke..
Holland en Zeeland in 'aanbouw' en meer scheepvaart langs de kust.
De binnenvaart werd 'omzeild'.
Vanaf het midden van de twaalfde eeuw (1140) ontstonden rond de Noord- en Oostzee samenwerkingsverbanden van Duitse kooplieden.
"Het Zweedse eiland Gotland was aanvankelijk het centrum waar handel met lokale handelaren werd gedreven door kooplieden uit Denemarken, Lübeck en Westfalen. Van Gotland uit werd ook handel gedreven met Engeland, Vlaanderen en Novgorod, dat al in 1190 een Duitse vestiging had.
In 1241 vormde Lübeck, de stad die toegang had tot de viswateren in zowel de Noord- en Oostzee, een alliantie met Hamburg, dat de zoutroutes uit Lüneburg beheerde. Deze geallieerde steden verkregen de macht over de vishandel, voornamelijk op de vismarkt van Skåne. Keulen voegde zich bij hen na de algemene vergadering in 1260. Hendrik III van Engeland
gaf de Hanze van Lübeck en Hamburg in 1266 toestemming om in Engeland handel te
drijven "
****
Een aantal documenten uit het Oorkondeboek van Utrecht
waar de banden van 'Holland' met Duitse kooplieden en Münsterland/Corvey/Ravensberg en hun relatie met de Vlaamse abdij ter Doest beschreven staan. :
Schenking van eilanden aan Ter Doest
Vanuit het bisdom Münster, dat een zeer dikke vinger in de pap had, hadden de leden van de invloedrijke Ravenstam uit RheinlandWestfahlen zich al vroeg langs de gehele route verspreid om handelsposten op te richten...Hieronder het uitgebreide invloedsgebied van Corvey, de Raaf, in deze periode machtiger dan de andere roofvogel, de Adelaar, die later over Pruissen zou heersen en het Graafschap Ravensberg inkapselde..
Nog een hechte band tussen Corvey en het Bisdom Utrecht: "Wilbrand van Oldenburg, die Domproost van Utrecht heet als hij in 1225 tot bisschop van Paderborn gekozen wordt..."
Ravensberg en Minden ingesloten door het grote Pruissen..
Kaufmannshanse,
De Duitse Hanze (Hanse) was de belangrijkste en bekendste bond in die tijd en groeide uit van een koopliedenassociatie tot
een stedenverbond, het bestond ooit uit zo'n 200 steden langs de Oostzee
en de Noordzee met Lübeck als centrum.. De meeste plaatsen (130) hadden
een associatieverdrag de 70 anderen waren werkelijk 'Lid'. .
De Hanse verwierf een monopoliepositie in het handelsverkeer door het: opkopen, vervoeren, en verkopen in de afzetgebieden
van oa metalen, granen, hout, huiden, wol, wijn, zout en kruiden. Daarnaast verwierf zij het recht van stapel in de havens waar deze
producten voor verscheping en ontscheping werden verzameld en
opgeslagen.
De grote Hanzesteden, Gemeene - of Principaalsteden genoemd, zochten voor de handel contact met kleinere dorpen en steden in het achterland. Deze plaatsen waren de Bijsteden. De grotere/hogere eilanden in de delta die op de route lagen kregen een bedijking, er werden lichtbakens en nederzettingen gebouwd er werden havens gegraven en er kwamen opslagpakhuizen voor handelsvoorraden. Houten gebouwen brandden nogal makkelijk af en waren ook vaak het doelwit van piraten, daarom werd later gekozen voor steviger materiaal en uitgebreidere veiligheidsmaatregelen zoals een gracht om een stenen burcht, een ophaalbrug met valhek, geschutsopeningen met bewapening in de torens...
De oudste fundamenten van de ruïne te Heenvliet lijken te wijzen op een oorspronkelijk nogal stevig gebouw
van flink formaat en stevige muren. Maar het heeft een afwijkende bouw vergeleken
met restanten van andere burchten uit die periode op de eilanden, maar ook in vergelijk met andere gebouwen in geheel 'de Lage Landen'..
In Nederland was in die tijd een toren met de toegang op maaiveldniveau een uitzondering, de toegang bevond zich normaal gesproken op het tweede en dus hogere niveau.. Gezien de stijging van de waterspiegel, maar ook het inzinken van de bodem, stond het gebouw dus oorspronkelijke ruim boven de vloedlijn en leek een hogere ingang mogelijk niet noodzakelijk....
Het kasteel onderscheidt zich van de andere Nederlandse torens uit die tijd door het hebben van ronde hoektorens. In het buitenland (vnl
Duitsland) zijn hier wel verscheidene voorbeelden te vinden.
De opname van een valhek in een residentiële toren was voor de Lage Landen uitzonderlijk. Valhekken waren ook internationaal gezien een
zeldzaamheid en bleken rond 1230 een, nog niet veel gebruikte, militaire uitvinding te zijn geweest...! Dit in combinatie met een ophaalbrug doet meer denken aan een stadspoort waarachter grotere belangen te verdedigen waren.
Gezien de vele malen van heropbouw, (latere verbouwingen en aanvullingen, nog meer vernielingen door vloed, brand, piraterij maar vooral ook oorlogen met volkeren als Germanen, Franken, Friezen, Saksen, Vikingen, Spanjaarden en godsdiensttwisten), is nauwelijks meer te spreken van een 'oorspronkelijk' gebouw en is ook moeilijk vast te stellen wie verantwoordelijk was voor welke fase van constructie. Maar de afwijkende bouw doet vermoeden dat er sprake is van buitenlandse invloeden en dan lijkt Duitsland het aangewezen land.
Kasteel Ravestein is ook bekend van de geschiedenis van Angelus Merula, een bekende priester die rond het jaar 1532 bekend stond als de “ketterse pastoor van Heenvliet”. Merula was een van de eerste Rooms Katholieke geestelijken die zich verzette tegen o.a. de heiligenverering in de Rooms Katholieke kerk en het verhaal wil dat hij hiervoor gevangen is gezet in Ravestein. Uiteindelijk is Merula tot de brandstapel veroordeeld en overleed hij vlak voor zijn terechtstelling in
Bergen (Henegouwen) op 26 juli 1557.
All rea. ctions:Zijn beulen wilden zijn lichaam niet meer op de brandstapel gooien omdat zij er een wonder in zagen dat Merula, vlak voordat hij de brandstapel op moest klimmen, een hart aanval kreeg, en waren bang voor een 'vloek'... 15 jaar later werden het Kasteel en de bijgebouwen, zowel door de Spanjaarden als de Watergeuzen vernield en in de as gelegd
De oudste vermelding van het beroep 'Hanzekoopman' in onze familie-stamboomreeks dateert van 1345, als Hennekin Rawen uit Dortmund zich als Hansekaufmann in Danzig vestigt, daarvóór was de familie al uitgebreid vertegenwoordigd onder de handelslieden maar bestond de term Hanse-kaufmann nog niet.......
Hennekin Rawen,
zoon van Gottfried Rave die in 1305 als oa 'Fernhändler in Dortmund al goede internationale zaken deed. Ook bekend als Gotfridus Dictus Corvus. Andere zonen van Gottfried waren eveneens internationale handelaren, Dieterich(4) eveneens in Dortmund en Tiedemann(6) in Lübeck.
Het Huis van de Raven was een hechte maar ook zeer invloedrijke familiegroep uit Münster, afstammelingen van de Corvey/Corvus dynasty, met hoge ambten en bevoegdheden zoals Rechter, advocaat, burgemeester, gouverneur, raadgever, minister, met Graf Friederich Rave von Canstein (1380-1449), die in 1415 in de adelstand werd verheven.
Een handelspost of Bijstad op de ontwikkelende eilanden/polders in de rivierendelta moet heel aanlokkelijk geweest zijn vooral ook omdat de handel naar Engeland verder aantrok met een hoogtepunt toen Londen toetrad tot de Hanse in 1266. De eilanden vormden niet alleen een veilige haven bij slecht weer maar waren naast opslag en overslag ook nog eens producenten van granen, hennep(touw) en gerst. De gebieden waren uitstekend geschikt voor begrazing en daar maakten de herders dankbaar gebruik van, zij moesten wel zorgen dat ze zo nu en dan letterlijk hun schaapjes op het droge hadden en verdienden zo met het wolscheren... De visserij was een belangrijke sector. Op het wapenschild van Hugo van Voorne uit 1203 stond naast de Leeuw en een Paard ook een vis afgebeeld: een Voorn.
Op strategische punten werd begonnen met de bouw van handelsnederzettingen, waarvan de belangrijksten in de loop der tijd uitgroeiden tot een beveiligde veste. Langs de Maas liggen vanaf Nijmegen ook verscheidene Hansesteden zoals (een naamgenoot van het Geervlietse) Ravesteyn, Zaltbommel en Maasbommel, vestigingen van de Duitse handelaren.. Naast (Oost)Voorne en Rockanje waren dat Den Briel aan de monding van de Suthmare (Goote) en Heenvliet aan de Bernisse. Beide plaatsen lagen eveneens gunstig langs de Maas... Op de Oosthoec (het huidige Nieuwenhoorn) zijn zoals gezegd ook de restanten gevonden van een klooster/abdij nabij de Ravense Heuvel !!!, hoogstwaarschijnlijk dus een oude woontoren. Hellevoetsluis bestond toen nog niet...
Vanaf deze tijd (1220) kan eigenlijk pas gesproken worden van serieuze landwinning en verminderde het aantal 'wandelende eilanden' in het gebied. Sedimentatie, opwas en aanwas werden gecontroleerd via diverse bedijkingen (oa ringdijken) met sloten en sluizen. Kleinere eilandjes werden met elkaar verbonden, opgeslibde schorren direct begraasd. Bezinksel bleef achter de dijkjes en het heldere vloedwater werd bij eb afgesluisd. Klei en zand kregen kans zich af te zetten en het land groeide, maar tegelijkertijd moest het ook omhoog vanwege de constant stijgende zeespiegel, dus de slibaanwas werd afgegraven om het land te verhogen. Geen graafmachines, dus alles geschiedde met mankracht en een schep, kruiwagen en paard-en-wagen voor 't vervoer.
Heenvliet zal als hoogste strategische punt aan Maas en Bernisse de voorkeur hebben gekregen om een stevig 'hoofdgebouw' neer te zetten en dat zal niet veel gelijkenis vertoond hebben met het gebouw waarvan nu alleen de ruïne over is.. Daarvoor zijn er na die tijd te veel stormrampen overheen gegaan die de historie hebben vernield. Datzelfde gaat op voor de bebouwing op de Oosthoek.
De 'Heeren van Voorne' leken opgetogen te zijn met de successen van de Vlaamse monniken bij het droogleggen van het verdronken Middellant na 1220. Zo zeer zelfs dat zij het eveneens natte Oosthoek in 1229 ook aan de abdij schonken, al dan niet met hun recht als Heerschap op 10 of 15% van het ontgonnen gebied. Niet vermeld maar wel waarschijnlijk is dat de abdij, of andere belanghebbenden, tevens rond die tijd machtigingen of zeggenschap over de Heerlijkheid van Heenvliet kregen. Veel kostbare arbeid werd maar al te graag uitbesteed.. Het blijft een duister gebied, niet een onbeschreven pagina maar een verdwenen blad. Maar het ging om het ontginnen van land, het vergroten van het grondgebied en zaken doen..
Met zo'n groot gebied erbij zal er toch behoefte aan mankracht zijn
geweest, de monniken bezaten de kennis en de expertise maar konden toch
onmogelijk fysiek overal aanwezig zijn dus alle hulp van buitenaf zal
welkom zijn geweest. Daarbij kwam dat ook Vlaanderen dezelfde zware stormen kreeg te verduren en 'all hands' nodig had..
In de periode van 1220 tot 1314 maar ook daarna, ligt dus de inzet
van de Duitse handelslieden voor de hand die daarmee kenmerken van de Germaanse
cultuur en bouwstijl inbrachten. Het kasteel lijkt te dateren van rond 1220 en de Ravense weg, de handelsweg die het eiland 'Oosthoek' met 'Den Hoorn' verbond, vanaf 1229. Ik opper de mogelijkheid dat beide eilanden ooit één geheel vormden en later pas door de Geul werden gescheiden. Havens zijn er nooit gevonden, geen aanlegsteigers.
Er zal veel voorbereidend werk verricht
zijn eer men tot de bouw van kastelen overging. Die moesten stevig zijn, bestand tegen de tand des tijds en het zoute water en
veilig tegen piraten en andere indringers... Wel, Ravestein was robuust met buitenlandse trekjes. Het was naast een degelijke residentie mogelijk ook een opslag voor de duurdere handelswaar (edelstenen, edelmetalen ed) hetgeen valhek en ophaalbrug zou verklaren. Gezien de activiteiten langs de handelsroute is het zeer goed mogelijk, zelfs waarschijnlijk dat vóór de bouw van de burcht er al een vestiging bij Heenvliet is geweest..!
Het is onbekend of de Raven (of een nageslacht met een andere 'Familienaam'. Voorne..????) na 1314 het kasteel eventueel nog gebruikten/bewoonden, het gehele gebied ten oosten van de doorstroom werd toen weer eigendom van de Heeren van Voorne. Ook van een verder verblijf op Oosthoek zijn geen documenten gevonden, een invloed van minstens een eeuw
lijkt zeer waarschijnlijk, er zullen diverse generaties geleefd hebben, lang genoeg om hun stempel te hebben gedrukt op de kaart van Voorne, logisch lijkt het om hun huisvesting te situeren in een gebied dat ooit bekend stond als Ravenhoek/Roafenhoek 'Roofen Hoec', Roosenhoek.
Een terugkeer later naar Münsterland lijkt niet waarschijnlijk maar dat zou dan te maken kunnen hebben gehad met politieke gesteldheden in het thuisland waar het Bisdom Münster veel aan invloed had moeten inleveren terwijl ook de Raven-dynastie/Ravensberg moest inboeten.. Of er Raven hebben deelgenomen aan de kruistocht van die periode (1221 - 1219) is mij onbekend.
...in die tussentijd hadden zij wel hun naam verbonden aan het kasteel Rave-steyn, nu een ruïne, en er werd een handelsweg aangelegd op de Oosthoek die nog steeds vanaf de punt in het noorden (Ravense Hout) het gehele eiland doorloopt en verdergaat tot het midden van het eiland 'Den Hoorn' (Oudenhoorn). Deze weg wordt nog steeds de 'Ravense weg' genoemd, waar ooit een verhoging lag die Ravense Heuvel heette ligt nu een rotonde..!!. De nieuwgebouwde wijk heet Ravense Hoek.
*****
In 1693 kwam de vogel opnieuw naar de eilanden toen Barent Janse de Rave (1654-1710) uit Münster zich in Spijkenisse vestigde, een vrouw uit Geervliet huwde en het beroep van wever ging uitoefenen. De volgende generaties groeiden op in Heenvliet...... dat kan geen toeval zijn.